Plaatskeuze; Montage Van De Aandrijfelementen - Truma Mover SR Version 2 Gebrauchsanweisung

De montage van de Mover® SR op caravans /
aanhangers met een ander chassis is niet
toegestaan!
Aan het voertuigframe mag niet geboord (uitgezonderd bij
gebruik van de set voor platte chassis* en de aanbouwset
Eriba-Touring) en niet gelast worden. In geen enkel geval
mogen delen van de wielophanging gedemonteerd worden.
* Bij AL-KO Vario III / AV chassis mag ook bij gebruik van de
vlakframeset in geen geval in het voertuigchassis geboord
worden.

Plaatskeuze

De Mover® wordt bij voorkeur vóór de as gemonteerd, onder
bijzondere omstandigheden (b.v. plaatsgebrek) is montage
achter de as eveneens mogelijk. Voor bevestiging van de
Mover® mogen uitsluitend de meegeleverde schroeven (of de
als speciale onderdelen verkrijgbare montagedelen) worden
gebruikt.

Montage van de aandrijfelementen

Het voertuigchassis moet vrij zijn van roest en grof vuil. In het
bereik van de wielophanging mogen geen beschadigingen
aanwezig zijn.
De op de caravan gemonteerde wielen en banden dienen van
dezelfde grootte en hetzelfde type te zijn en overeenkomstig
de gegevens van de fabrikant worden opgepompt.
Alle onderdelen uit de verpakking nemen en op de grond leggen.
Om de geldigheid van de Algemene Verbruiksvergun-
ning (ABE) te waarborgen, moeten de bijgevoegde
fabrieksbordjes (f) links en rechts op de dwarsbalk naast de
bevestigingslaten van de aandrijfeenheden worden
aangebracht.
f
Steek de aandrijfeenheden en dwarsstang los in elkaar. Draai
de schroeven (contramoeren) niet meer dan handvast aan.
Moer M8 (4x)
Aandrijfeenheden met dwarsstang en bevestigingsset (b) te-
gen het voertuigframe plaatsen en met de beide schroeven (c)
zodanig vastschroeven dat verschuiven op het frame nog net
mogelijk is.
46
f
M8 x 30 (4x)
De grijper (a) moet volledig op het chassiskader liggen.
a
b
b
De aandrijfwielen zo positioneren dat deze zich ongeveer ter
hoogte van de wielnaaf / het wielmidden bevinden.
Bij een afwijking biedt Truma ter compensatie als accessoire
afstandsets met 30 mm en 60 mm aan.
Afstandset 30 mm, art.-nr. 60030-95000,
Afstandset 60 mm, art.-nr. 60030-95100.
Zorg voor voldoende bodemvrijheid (min. 110 mm).
Breng door verschuiven van de aandrijfeenheden (in wegge-
zwenkte toestand) in lengterichting de correcte afstand tussen
banden en rol (20 mm) met de meegeleverde afstandsmal aan.
De verschuifbare middenstang maakt aanpassing aan de
chassisbreedte mogelijk.
20 mm
Verschuif de aandrijfeenheden zodanig in dwarsrichting dat
het maximale loopvlak van de band wordt beslagen.
c
min. 110 mm
min. 110 mm