Installatie Elektronica - easydriver infinity 3.5 Montageanweisung Und Bedienungsanleitung

5. Installatie mechanica
M6 Vastzetten van de stabilisatorstang Afb. 4.2
Om de stabilisatorstang vast te zetten, draait u nu de
bouten M8x25 mm met 30 Nm aan en zekert u deze
met de borgmoeren.
Let hierbij op, dat het hiervoor gemarkeerde midden
van de stabilisatorstang zich nog altijd in het midden
van de caravan/aanhanger bevindt.
M7 Controle Afb. 6.1
Controleer tenslotte of de klembevestiging correct zit,
in goede staat is en compleet is.
Controleer afsluitend of alle bouten aangedraaid zijn
en niets vergeten is!
6. Installatie elektronica ž
Koppel de 12 V- en 230 V-voedingsspanning los van
de accu en het elektriciteitsnet.
Werken aan de elektrische installatie
zonder eerst de stroomvoorziening te
onderbreken, is levensgevaarlijk!
E1 Inbouw basisstation
Bepaal een geschikte inbouwplaats voor de
basisstations, bijv. zit- of bedbank, zo mogelijk in de
buurt van de aandrijfunits met een minimale afstand
van 40 cm van de accu. Montage kan op de bodem of
aan de wand.
Bij wandmontage dient u ervoor te
zorgen dat het basisstation horizontaal en
verticaal waterpas wordt gemonteerd!
Bevestig de basisstations met de bijbehorende
schroeven. Verwijder de deksels van de basisstations,
door de 2 clips naar voren te schuiven. Voor aansluiting
van de aandrijfkabels dient u in de voertuigbodem 2
gaten te boren van minimaal 25 mm doorsnede, op
een afstand van ca. 150 mm van de basisstations.
Controleer vooraf dat er zich binnen het bereik van de
boorgaten zich geen installaties of dragende delen in
of onder de vloer of achter de wand bevinden.
E2 Aansluiting motoren/Motordrive/rem
Leg nu de kabels van de linker- en rechter aandrijfunits
naar de basisstations. Het is essentieel dat u het
aansluitschema volgt ‡. Steek de connectoren voor
de basisstations van onderaf door de eerder gemaakte
gaten.
Gebruik voor het leggen en bevestigen van de kabels
de meegeleverde klemmen. Om te beschermen
tegen scherpe randen, gebruikt u de elektrische
installatiepijp die zich aan de kabel bevindt. Voor
een veilige installatie markeert u de kabels voor de
linker- en rechter aandrijfunit en voor de eerste en
tweede as.
Houd de kabels voor alle aandrijfunits altijd even lang
en vermijd lussen.
Leg de kabels nooit direct over de basisstations
of andere elektronische apparaten. Door de sterke
magnetische straling tijdens het gebruik kunnen ze
beschadigd raken.
‡
NL5