Herunterladen Diese Seite drucken

Gebruiksaanwijzing - Halyard MIC-Serie Bedienungsanleitung

Gastric-jejunal feeding tube surgical placement

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5
MIC* gastrisch-jejunale voedingssonde - chirurgische aanbrenging
n

Gebruiksaanwijzing

Rx Only: Uitsluitend op voorschrift verkrijgbaar: Volgens de federale wetgeving
(van de Verenigde Staten) mag dit medische hulpmiddel uitsluitend door of op
voorschrift van een arts worden verkocht.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik bij één patiënt. Niet opnieuw
steriliseren.
De MIC* gastrisch-jejunale voedingssondekit bevat een siliconenkatheter met
dubbel lumen (afb. 1) en dient voor chirurgische aanbrenging. De kit bevat
ook een abdominale trocart (afb. 2-b), een huls (afb. 2-a) en een gegroefde
transpylorische canule (afb. 2-c). Het gebruik van deze sonde is klinisch
geïndiceerd wanneer gelijktijdige gastrische decompressie en jejunale voeding
vereist zijn.
Waarschuwing
Dit medische hulpmiddel niet opnieuw gebruiken, opnieuw verwerken
of opnieuw steriliseren. Hergebruik, herverwerking of hersterilisatie
kan 1) de biocompatibiliteit negatief beïnvloeden, 2) de structurele
integriteit van het hulpmiddel in gevaar brengen, 3) leiden tot het niet
werken van het hulpmiddel zoals beoogd of 4) een risico van besmetting
met zich meebrengen en de overdracht van infectieziekten veroorzaken,
wat letsel, ziekte of overlijden tot gevolg kan hebben.
Opgelet
Dit medische hulpmiddel bevat DEHP (diethylhexylftalaat) dat momenteel
in de Europese Unie op grond van gegevens uit dieronderzoek als een
vermoedelijk vergif voor de menselijke voortplanting is geclassificeerd. Er is geen
doorslaggevend wetenschappelijk bewijs dat blootstelling aan het in medische
hulpmiddelen verwerkte DEHP schadelijke effecten bij mensen heeft veroorzaakt.
Voor dit hulpmiddel is een risicobeoordeling uitgevoerd, waarbij de blootstelling
aan DEHP van alle aangewezen patiëntenpopulaties in aanmerking is genomen,
met inbegrip van mensen die mogelijk een hoger risico hebben, en de conclusie
is dat het hulpmiddel veilig is indien het volgens de gebruiksaanwijzing wordt
gebruikt.
Belangrijke termen in de illustratie (afb. 1)
a. Jejunumpoort
b. Gastrische poort
c. SECUR-LOK* uitwendige retentiering
d. Inwendige retentieballon
e. Ballonpoort
Voorbereidende stappen
• Met een Luer-spuit vult u de ballon (afb. 1-d) met steriel water via de
ballonpoort (afb. 1-e). De ballon mag niet lekken en dient symmetrisch te
zijn. Als de siliconenballon aan de sonde kleeft, kan de ballon asymmetrisch
worden gevuld. Als dit gebeurt, rolt u de gevulde ballon tussen uw vingers
en buigt u hem totdat hij symmetrisch is. Test of de ballon niet beschadigd is
door er voorzichtig in te knijpen.
• Controleer de SECUR-LOK*-ring (afb. 1-c). De ring dient met matige
weerstand over de sonde te schuiven. Inspecteer de sonde over de gehele
lengte op onregelmatigheden.
• Spoel zowel de gastrische poort (afb. 1-b) als de jejunale poort (afb. 1-a)
door om te controleren of de sonde niet verstopt is.
Procedure voor chirurgische aanbrenging
Opgelet: Verwijder de scherpe trocart met de nodige voorzichtigheid.
1. Bepaal door middel van mediane laparotomie de locatie van de pylorus en de
a. epigastrica superior, in de buikwand.
2. De gastrostomieplaats dient zich op een afstand van 10–15 cm van de
pylorus te bevinden om te garanderen dat de gastrische poorten in de maag
blijven. Als de gastrostomie zich te dicht bij de pylorus bevindt, liggen de
gastrische afzuigpoorten in het duodenum. De gastrostomieplaats moet zich
tevens ten minste 3 cm van de rand van de rib vandaan te bevinden om te
voorkomen dat de retentieballon wordt beschadigd door schuren tijdens het
verplaatsen.
3. Breng twee concentrische tabakszakhechtingen aan rond de plaats. Laat de
hechtnaalden op hun plaats zitten.
4. Selecteer op het anterieure pariëtale peritoneum een uitgangsplaats die
ongeveer overeenkomst met de gastrostomie. Vermijd de a. epigastrica
16
superior, afvoerslangen of andere stoma's.
5. Breng de trocart in door de blauwe kunststof huls.
6. Breng met behulp van de trocart/huls-eenheid een steekwond aan vanaf
het anterieure pariëtale peritoneum tot aan de buitenzijde van de buikwand
(afb. 3).
7. Verwijder de trocart maar laat de blauwe kunststof huls op zijn plaats zitten.
Ga voorzichtig te werk bij het hanteren van de vlijmscherpe trocartpunt.
8. Breng de MIC*-sonde via de blauwe huls in naar de maag toe. Breng de
sonde van buitenaf in de buikholte in.
9. Verwijder de huls.
Stamm-Gastrostomie
1. Span de maag "tentvormig" op met behulp van twee Babcock-klemmen op
het anterieure maagoppervlak.
2. Open de maag door middel van elektrocaustiek of met behulp van een
scalpel. Verwijd de enterotomie met behulp van een vaatklem.
Transpylorische jejunale canulatie
1. Breng een ruim laagje smeermiddel aan op het lumen van de gegroefde
canule (wit polyethyleen). Schuif de canule in de maag (afb. 4).
2. Canuleer de pylorus en het proximale duodenum. Zo nodig buigt u de canule
voorzichtig om deze aan te passen aan de anatomie van de patiënt. Voer de
canule op tot net voorbij de pylorusspier. Wanneer de canule roekeloos tegen
de duodenumwand wordt geduwd, wordt de doorgang voor de MIC*-sonde
geblokkeerd (afb. 5).
3. Breng een ruim laagje smeermiddel aan op het distale uiteinde van de
MIC*-sonde. Voer de sonde langzaam op in de canule. Als de sonde niet
onbelemmerd glijdt, kan hij zich oprollen. Trek de sonde terug en herhaal de
procedure.
4. Houd de canule stil en voer de MIC*-sonde op totdat de gastrische ballon
de maag binnengaat. Palpeer de sonde door het duodenum. Wanneer u
tevreden bent over de aanbrenging, controleert u de positie. De tip dient zich
10–20 cm voorbij het ligament van Treitz te bevinden (afb. 6).
5. Stabiliseer de distale sonde door deze met de vingers door de jejunumwand
heen vast te houden om de canule uit de maag terug te trekken.
6. Vul de gastrische ballon met 7–10 ml steriel water uit de spuit. Vul de
ballon niet met meer dan 20 ml volume binnen de ballon. Gebruik
geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
7. Breng de tabakszakhechtingen stevig aan rond de sonde.
8. Terwijl u tractie op de sonde uitoefent, brengt u de maag tegen het pariëtale
peritoneum (afb. 7).
9. Gebruik de tabakszakhechtingen om de maag aan het peritoneum te
bevestigen. Gebruik zo nodig een of twee extra hechtingen om een lekvrije
afdichting te verkrijgen. Zorg dat u de ballon niet lek prikt.
10. Breng de SECUR-LOK*-ring aan met 1–2 mm ruimte tussen de huid en de
ring.
11. Breng de tabakszakhechtingen stevig aan rond het "middel" van de ring.
Hecht de ring aan de huid. Deze stap is optioneel. Hechtingen kunnen
voorkomen dat de sonde onverhoopt wordt verwijderd of verplaatst wanneer
de tractus dichtgroeit. Hechtingen kunnen echter ook het risico van infectie of
het ontstaan van een fistel verhogen.
12. De wolfraamstreep op het distale uiteinde van de sonde is radiopaak. De
streep is op een röntgenfoto te zien om te bevestigen dat het distale gedeelte
van de sonde zich 10–20 cm voorbij het ligament van Treitz bevindt. Gebruik
van contrastmiddel in de ballon verdient geen aanbeveling.
13. Om mogelijke complicaties bij het aanbrengen (bijv. irritatie of perforatie van
de ingewanden) te voorkomen, controleert u of de sonde geen lussen maakt
binnen de maag of dunne darm. Controleer onder doorlichting of de sonde op
juiste wijze is aangebracht.
Diameter
Lengte

Werbung

loading