H
ANDLEIDING
uitblaastemperatuur
luchthoeveelheid
Versie: 4.0 (10-11-2011)
2.3.2 Functies van digitale ingangen
c
Let op:
De ingangen zijn alleen geschikt voor regelingen met
potentiaalvrije contacten.
De ingangen kunnen worden gebruikt om de werking van het
toestel te veranderen. Ze zijn gegroepeerd in vier functiegroe-
pen (zie tabel 2-3):
1. toestel aan/uit
2. verwarming aan/uit
3. uitblaastemperatuur
4. verwarmingsstand
De functie van een ingang wordt geactiveerd door het maken
van een brug tussen 'G' en de betreffende klem. Als in één
functiegroep het contact van meerdere ingangen is gemaakt, is
de hoogste functie actief. Een voorbeeld: Als in de functie-
groep 'verwarmingsstand' het contact op zowel klem G-L2 als
klem G-L4 gemaakt is, is verwarmingsstand 4 actief.
Tabel 2-2
Uitblaastemperatuur en luchthoeveelheid per
verwarmingsstand
S
U
TAND
ITBLAASTEMPERATUUR
1
2
3
4
5
6
n
Opmerking:
Alle ingangen zijn voorzien van een gezamenlijke common
ground.
2.3.3 Functie van NTC-ingang
De klem 6 is voorzien van een brug. Deze brug is noodzake-
lijk voor een goede werking van het toestel. Als de brug R1-C
verwijderd wordt verschijnt storing F4 op het display van de
GBS-module.
L
UCHTHOEVEELHEID
CA
30°C
1
35°C
1
35°C
2
35°C
3
35°C
4
40°C
4
CA
2
1
2
3
4
5
6
7