Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

CEMONT START 220.2 Betriebs-Wartungs Und Sicherheitsanleitung Seite 34

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
NL
5.0
HET STARTEN
Men dient voor het starten van een voertuig een batterlijlader-star-
ter te gebruiken wanneer de batterij zelf niet meer voldoende
energie bezit om de starter te voeden. In dit geval wordt de beno-
digde energie geleverd via netaansluiting van de batterijlader-
starter die men in START-positie plaatst.
Maak de nodige verbindingen zoals beschreven in paragraaf 1.2:
a. Plaats de schakelaar(START/CHARGE) op "START"
b. Start de motor op de gewone manier
c. Als de motor start, zet de schakelaar (ON/OFF) in de
stand "OFF".
De hiernavolgende tabel geeft de voorhanden zijnde startstroom-
waarden weer:
Startstroom per 1.5V per element (volgens
norm 60335)
Versie
200A
Startstroom per 1V per element
Startstroom per 0V per element
Startstroom per 1.5V per element (volgens
norm 60335)
Versie
300A
Startstroom per 1V per element
Startstroom per 0V per element
Startstroom per 1.5V per element (volgens
norm 60335)
Versie
400A
Startstroom per 1V per element
Startstroom per 0V per element
Startstroom per 1.5V per element (volgens
norm 60335)
Versie
500A
Startstroom per 1V per element
Startstroom per 0V per element
OPGELET! GELIEVE ONGEVEER 30 SEC. TE WACHTEN AL-
VORENS HET VOERTUIG TE STARTEN OM TOE TE LATEN
DAT DE BATTERIJ REEDS BEGINT OP TE LADEN.
Laat de hoofdschakelaar enkel zo lang in de positie "START" als
nodig is om het voertuig te starten, zeker niet langer dan 5 secon-
den, daar bij te lang starten zonder onderbreking de zekering kan
doorbranden en de thermische veiligheid kan opspringen.
De schakelaar dient in "START"-positie geplaatst te worden alvo-
rens het voertuig zelf te starten en mag pas terug in "0"-positie ge-
plaatst worden nadat het voertuig terug stil gelegd is. Als de
starter een hogere kracht vergt dan deze die door het apparaat
kan geleverd worden, of als de batterij te erg ontladen is, is het no-
dig vooraf de batterij gedurende 10 à 15 minuten een "snellading"
te laten ondergaan.
Voor het starten van dieselmotoren raden we aan eerst voor
te verwarmen alvorens het apparaat in de startpositie te
plaatsen; dit om eventuele beschadigingen van de gloeibou-
gies te voorkomen.
De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de batterijen
met hun maximumcapaciteit die door de lader in normale en ex-
treme omstandigheden kunnen geladen worden:
ONMIDDELLIJK STARTEN
Vers.
EXTREME
GEMIDDELDE
CONDITIES
CONDITIES
200 A
20 Ah
300 A
20 Ah
400 A
35 Ah
500 A
45 Ah
* Extreme condities: zeer sterk ontladen batterij en buitentempe-
raturen van –18°C
* Gemiddelde condities: weinig ontladen batterij (zoals bijv. in het
geval dat de lichten van het voertuig een hele nacht zijn blijven
branden), geen al te oude batterij en buitentem-peraturen van 5-
10°C
BATT.
12V
155
180
200
175
225
300
195
280
400
250
300
500
STARTEN NA
VOORAF LADEN
EXTREME
GEMIDDELDE
CONDITIES
CONDITIES
20 Ah
20 Ah
45 Ah
35 Ah
45 Ah
65 Ah
50 Ah
65 Ah
100 Ah
65 Ah
80 Ah
150 Ah
HET STARTEN
BATT.
24V
140
170
200
190
230
300
195
230
400
230
270
500
4 NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Start 320.2Start 420.2Start 520.2

Inhaltsverzeichnis