Instructies Voor De Installateur; Het In Werking Stellen Van Het Apparaat; Analyse Van Enkele Storingen - Baron 700 series Aufstellung, Gebrauchs- Und Instandhaltungs Anweisungen

Data Emissione 12/07/2003

1 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR

1.1 Identificatie van de modellen
Friteuse met 1 kuip van 15 liter
Friteuse met 2 kuipen van 10 liter
Friteuse met 2 kuipen van 15 liter
1.2 Technische gegevens
De technische gegevens van de apparaten bevinden zich in tabel
T1.
2- WAARSCHUWINGEN
Lees met aandacht dit instructieboekje daar het belangrijke
gegevens bevat voor de veiligheid van de installatie, het gebruik en
het onderhoud.
Bewaar dit boekje met zorg zodat het steeds door de bevoegde
personen geraadpleegd kan worden.
De installatie moet verricht worden volgens de instructies van de
fabrikant en met inachtneming van de bestaande veiligheidsnormen,
door gekwalificeerd personeel.
De niet nakoming van deze verplichtingen bevrijdt de fabrikant
van elke aansprakelijkheid.
Nota: De apparaten zijn conform de voorschriften van de Norm CEI
61-50.
2.1 Installatie
- Na het verpakkingsmateriaal verwijderd te hebben zie of het
apparaat ongeschonden is. Bij twijfel,gebruik het apparaat niet en
raadpleeg het bevoegd personeel.
- Laat het verpakkingsmateriaal niet binnen bereik van kinderen
daar het gevaarlijk kan zijn.
2.2 Plaatsing
- Plaats het apparaat op haar definitieve plaats in de keuken en bij
voorkeur onder een afzuigkap om een goede regeneratie van de
lucht te verzekeren.
- Installeer het apparaat uitsluitend in goed geventileerde lokalen
- De afstand tussen het apparaat en de omringende wanden moet
van tenminste 10 cm. zijn, deze afstand kan gereduceerd worden
in anwezigheid van onbrandbare wanden of van door thermisch
materiaal beschermde wanden.
- De apparaten kunnen afzonderlijk geïnstalleerd worden of
gecombineerd met andere apparaten van onze productie.
- Het apparaat is niet geschikt voor inbouw.
2.3 Het monteren van het apparaat
- Verwijder het beschermend laagje van de uitwendige wanden van
het apparaat en het eventueel overgebleven kleefstof met een
passend oplosmiddel.
- Nivelleer het apparaat met gebruik van de stelvoetjes
2.4 Op een lijn verbinding van de apparaten (Fig.2)
Ga als volgt te werk:
- Verwijder het bedieningspaneel
- Plaats de apparaten naast elkaar en nivelleer ze op dezelfde
hoogte
- Maak de apparaten vast met de passende schroeven zoals
aangegeven in Fig.2.
2.5 Elektrische aansluitingen
- De elektrische aansluiting moet verricht worden volgens de
bestaande normen.
- Alvorens het apparaat aan te sluiten zie of de gegevens van het
typeplaatje overeenkomen met die van het elektrisch net.
- De voedingskabel moet flexibel zijn en eigenschappen hebben die
Serie 700
niet lager moeten zijn dan die van een met rubber geïsoleerde
803135225
kabel HO5RN-F en moet beschermd worden door een metalen
803135435
buis of door hard plastisch materiaal.
803135645
De kabel moet aangesloten worden op de klemkast zoals
aangegeven in het elektrisch schema en moet daarna
geblokkeerd worden een een kabelpers.
- Installeer aan de bovenkant van het apparaat en in de nabijheid
van deze een omnipolaire beschermingsschakelaar waarvan de
contacten zich moeten openen op een afstand van tenminste 3
mm.
Deze schakelaar moet geïnstalleerd worden in de permanente
installatie van het gebouw en moet een passend draagvermogen
hebben, zie tabel T1. Deze schakelaar dient bescherming te
leveren tegen contact met direkte en indirekte onder spanning
staande delen en tegen de naar de grond gerichte
storingsstromen,volgens de Norm ( Hoogste toegelaten
dispersiestroom 1mA/kW).
2.6 Aard-en equipotentiële verbindingen
De elektrische veiligheid van dit apparaat is verzekerd alleen indien
deze op een correcte wijze is aangesloten op een efficiënte
aardverbindings-installatie volgens de bestaande elektrische
veiligheidsnormen. Sluit dus de aardklem,gekenmerkt door het
symbool
aardverbindings-installatie. Het apparaat dient bovendien begrepen
te zijn in een equipotentieel systeem,deze aansluiting geschiedt met
de passende schroef gekenmerkt door het symbool

3 - HET IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT

3.1 Controle van de functionering
- Alvorens het apparaat in werking te stellen, schakel de algemene
schakelaar in die zich aan de bovenkant van het apparaat bevindt.
- Volg de gebruiksinstructies van de betreffende paragraaf
- Leg aan de verbruiker uit hoe hij het apparaat moet gebruiken met
behulp van het instructieboekje
- Controleer het ventilatiesysteem van het lokaal
- Raadpleeg indien nodig paragraaf 5 "Analyse van enkele
storingen"
- Controleer of de gegevens van het typeplaatje overeenkomen met
die van het elektrisch net
Waarschuwing: tijdens de werking pas goed op de warme
zone's van de uitwendige oppervlakte.

4 - ANALYSE VAN ENKELE STORINGEN

Tijdens het regelmatig gebruik van het apparaat kunnen storingen
ontstaan:
4.1 De verwarming activeert zich niet
- De thermostaat voor de regeling van de temperatuur is gebrekkig
- Interventie van de veiligheidsthermostaat
- De elektrischemeter voor de bediening van de weerstanden is
gebrekkig
- De microschakelaar rotatie weerstanden is gebrekkig of is niet
goed geplaatst
- Er is geen elektrische stroom
19
op de klemkast van het apparaat,aan op de algemene
Revisione 0.0
.