Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Transport En Opslag - Grundfos AP65 Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AP65:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
INHOUD
1.
Algemeen
1.1
Toepassingen
1.2
Bedrijfsomstandigheden
1.3
Geluidsniveau
2.
Veiligheid
3.

Transport en opslag

4.
Installatie
4.1
Installeren met voetbochtsnelkoppeling
4.2
Vrijstaand installeren
4.3
Pompen geleverd met besturingskast
4.4
Afzonderlijke niveauregelingen
5.
Elektrische aansluiting
5.1
Motorbeveiliging
6.
In bedrijf stellen
6.1
Draairichting
7.
Onderhoud en service
7.1
Verontreinigde pompen
8.
Opsporen van storingen
9.
Afvalverwerking
Alvorens de pomp te installeren dient u
deze installatie- en bedieningsinstructies
zorgvuldig te bestuderen. De installatie en
bediening dienen volgens de in Nederland/
België geldende regels en met kennis van
zaken plaats te vinden.
1. Algemeen
1.1 Toepassingen
GRUNDFOS AP-pompen zijn ontworpen voor het
pompen van:
• afvalwater
• water met bezinksel
• grondwater
Indien dit wordt toegestaan door de in Nederland/
België geldende richtlijnen, mogen de GRUNDFOS
AP65-pompen worden gebruikt voor het pompen van
afvalwater van particuliere huishoudens (flats, een-
gezinswoningen).
GRUNDFOS AP65-pompen kunnen ook worden ge-
bruikt voor het pompen van afvalwater van restau-
rants, hotels, campings e.d.
Door het compacte ontwerp zijn de pompen geschikt
voor zowel tijdelijke als permanente opstellingen.
Bovendien kunnen de pompen zowel vrijstaand als
met behulp van een geleiding met voetbochtsnelkop-
peling worden geïnstalleerd.
1.2 Bedrijfsomstandigheden
1.2.1 pH-waarde
AP-pompen in vaste opstelling zijn geschikt voor pH-
waarden van 4 tot 10.
34
1.2.2 Vloeistoftemperatuur
Vloeistoftemperatuur: 0°C tot +40°C.
Pag.
Voor korte perioden tot: +60°C.
34
34
1.2.3 Soortelijke massa van de te pompen
34
vloeistof
34
Maximale s.m. van de vloeistof: 1100 kg/m
34
34
1.2.4 Installatiediepte
34
Maximaal 10 meter beneden het vloeistofpeil.
34
1.2.5 Niveau van de vloeistof
35
35
Het laagste niveau dient zich altijd boven het pomp-
35
huis te bevinden.
36
1.2.6 Bedrijf
36
36
Maximaal 15 maal per uur inschakelen.
36
N.B.: De pompen zijn uitsluitend geschikt voor inter-
36
mitterend bedrijf.
37
1.3 Geluidsniveau
37
Binnen de grenzen als vermeld in de Richtlijn van de
37
Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wet-
gevingen van de Lid-Staten betreffende machines
(98/37/EEG).
2. Veiligheid
Installatie in een put dient te worden uitge-
voerd door speciaal daartoe opgeleide
personen.
3. Transport en opslag
De pomp kan horizontaal of verticaal worden ge-
transporteerd of opgeslagen. Zorg ervoor dat de
pomp niet kan rollen of omvallen.
Til de pomp altijd op aan de draagbeugel, nooit aan
de motorkabel of de slang/leiding.
Indien de pomp voor lange tijd wordt opgeslagen,
dient te worden gezorgd voor bescherming tegen
vocht, te lage en te hoge temperaturen.
Na een lange opslagperiode dient de pomp te wor-
den geïnspecteerd alvorens weer in bedrijf te wor-
den gesteld. Zorg ervoor dat de pompwaaier vrij kan
draaien. Let speciaal op de asafdichtingen, de ka-
beldoorvoer en controleer het oliepeil.
4. Installatie
Breng het los meegeleverde typeplaatje bij de instal-
latie aan.
Controleer voordat u de pomp gaat installeren het
oliepeil in de oliekamer, zie paragraaf 7. Onderhoud
en service.
4.1 Installeren met voetbochtsnelkoppeling
Zie afb. A en B, pag. 50 en 51.
Pompen die bestemd zijn voor een permanente op-
stelling, kunnen aan een voetbochtsnelkoppelings-
systeem worden gemonteerd. Bovendien kunnen
deze pompen geheel of gedeeltelijk in de te verpom-
pen vloeistof worden geplaatst (bijv. onder water).
3
.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis