3.3 Positie van de onderzetpoten
Voor een juiste gewichtsverdeling is
het van groot belang dat de onder-
zetpoten op de juiste wijze worden
gemonteerd. Dit betekent dat de
onderzetpoten
posities geplaatst moeten worden:
Lengte 190/200 cm:
Lengte 210/220 cm:
op
de
volgende
Hoofdeind (HE)
Voeteneind (VE)
HE 20 cm
VE 20 cm
HE 30 cm
VE 30 cm
3.4 Gebruiksklaar maken
Controleer of de spiraalbodem vrij kan
bewegen. Verstel de spiraalbodem
alleen horizontaal liggend in uw
bedomranding, of staand op de
onderzetpoten.
Controleer of de matras goed aan de
spiraalbodem bevestigd is.
3.5 Tips voor het gebruik
Een nieuwe matras heeft een bepaalde
stramheid, die na een paar dagen
verdwijnt. Hierdoor zal uw matras de
eerste verstelbewegingen van de
spiraalbodem niet optimaal volgen. Wij
raden u aan om op de matras te gaan
liggen tijdens de eerste verstel-
bewegingen.
NL5