Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aansluiten Van De Onderwaterkabel; Leidingaansluiting - Grundfos SQE Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SQE:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14

5.7 Aansluiten van de onderwaterkabel

Gebruik voor het aansluiten van de kabels bij voor-
keur een GRUNDFOS-kabelverbindingsset van het
type KM.
Kabelverbindingsset, type KM
Oppervlak van de
dwarsdoorsnede
1,5 tot 2,5 mm²
4,0 tot 6,0 mm²
Voor grotere dwarsdoorsneden kunt u contact opne-
men met GRUNDFOS.

5.8 Leidingaansluiting

Houd de pomp alleen vast bij de perskamer indien
bijv. een buizentang met ketting wordt gebruikt voor
montage van de stijgbuis.
Voor het aansluiten van een pomp op een kunst-
stofleiding dient een flexibele koppeling te worden
gebruikt.
N.B.: Aansluiten van kunststofleidingen
Alvorens de installatiediepte van de pomp te bepalen
moet rekening worden gehouden met de uitzettings-
graad van kunststofleidingen, omdat dergelijke lei-
dingen onder belasting uitzetten.
Als gebruik wordt gemaakt van flenspijpen, die-
nen de flenzen te zijn voorzien van sleuven voor de
onderwaterkabel.
Afbeelding 11 toont een pompinstallatie, waaruit het
volgende kan worden afgelezen:
• De positie van de kabelklemmen, pos. 1, en de af-
stand tussen de klemmen.
• Het aanbrengen van de beveiligingskabel, pos. 2.
• De max. installatiediepte onder het statisch water-
peil.
86
Afb. 11
Artikelnummer
96 02 14 62
96 02 14 73
5.8.1 Kabelklemmen
Om de drie meter moet een kabelklem worden aan-
gebracht (zie afb. 11).
Bij gebruik van kunststofleidingen dienen de
kabelklemmen met enige speling te worden aange-
bracht, omdat kunststofleidingen onder belasting uit-
zetten.
Als gebruik wordt gemaakt van flensleidingen,
dienen de kabelklemmen boven en onder elke leidin-
gaansluiting te worden aangebracht.
5.8.2 Installatiediepten
Max. installatiediepte onder het statisch waterpeil:
150 meter, zie afb. 11.
Min. installatiediepte onder het dynamisch waterpeil:
• Verticale installatie:
Tijdens opstarten en bedrijf dient de pomp altijd
volledig ondergedompeld te zijn in het water.
• Horizontale installatie:
De pomp moet zich na installatie en tijdens bedrijf
ten minste 0,5 m onder het dynamisch waterpeil
bevinden.
Als het risico bestaat dat de pomp door modder
wordt bedekt, moet de pomp altijd in een koel-
mantel worden gemonteerd.
1
2
3 meter
Max.
150 m
Max.
150 m

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis