Ottobock 6A20 Gebrauchsanweisung Seite 29

Let op!
De ankerarmen in AP- en ML-richting positioneren.
Het klemgedeelte van het ingietanker niet in de looprichting
positioneren. Bij foutief positioneren ontbreekt de ondersteuning
van het ingietanker. Dit kan leiden tot een overbelasting van Shut-
tle-Locks. Hierdoor kan de verbinding ter hoogte van de schroef-
draad worden verstoord.
Let op!
Draad van ingietanker en van het in te schroeven deel respectieve-
lijk van de aansluitadapter voor het definitieve inzetten met aceton
reinigen.
• Glasvezelmat 616G4 onder de ankerarmen plaatsen
• 1 Laag koolstofmat 616G12 onder de ankerarmen plaatsen
• Glasvezeldraad 699B1 door de boorgaten van de ankerarmen trekken en
in lussen laten hangen
• Koolstofmat over de ankerarmen leggen
• 1 Laag koolstofmat mediaal en lateraal tot in aan de condylen plaatsen
• 1 Laag koolstofmat (ca. 8 cm breed) circulair onder de patella plaatsen
• een dubbele laag Nylglas-Trikot bij de adapter afbinden en omslaan
• 1 / Laag glasvezelkous 616G13 bij de adapter afbinden en omslaan
1
2
• een dubbele laag Nylglas bij de adapter afbinden en omslaan
• overtrekken met vochtige PVA folie en proximaal afbinden
5 Montage
Shuttle-Lock wordt pasklaar geleverd met ingeschroefde ontgrendeling (5).
Voor het afwerken van de cosmetische schuimovertrek hoeft men alleen de
kunststofhuls van de ontgrendeling te demonteren.
Voor het geval toch de hele ontgrendeling (5) werd gedemonteerd, moet
deze bij het monteren weer worden aangedraaid met een aandraaimoment
van 10 Nm. Het aandraaimoment van de klemschroef van de Shuttle Lock
behuizing (4) is 10 Nm. De klemschroef bovendien met Loctite borgen.
Ottobock | 29