Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Lasnaad; Stekend Lassen; Slepend Lassen; Lasverbindingen - Parkside PFDS 33 A1 Originalbetriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PFDS 33 A1:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Wordt een lasbewerking aan een onderbroken lasnaad voortgezet,
dan moet eerst de slak worden verwijderd op het punt waar het lassen
wordt hervat.
In de naadvoeg wordt de vlamboog ontstoken, naar het aansluitpunt
geleid, daar goed gesmolten waarna de lasnaad wordt voortgezet.
VOORZICHTIG!
Let erop dat de brander na het lassen altijd geïsoleerd moet worden
weggelegd.
Schakel het lasapparaat na beëindiging van de laswerkzaamheden
en bij pauzes altijd uit, en trek de stekker uit het stopcontact.

Lasnaad

Stekend lassen

De brander wordt naar voren geschoven.
Resultaat: De inbranddiepte is kleiner, de naadbreedte groter, de lasrups
vlakker en de bindingsfouttolerantie groter.

Slepend lassen

De brander wordt van de lasnaad weggetrokken.
Resultaat: De inbranddiepte is groter, de naadbreedte kleiner, de lasrups
hoger en de bindingsfouttolerantie kleiner.

Lasverbindingen

Er zijn twee standaard verbindingsmethoden in de lastechniek:
Stomplassen en hoeklassen (buitenhoek, binnenhoek en overlap).

Stompe lasverbindingen

Bij stompe lasverbindingen tot een dikte van 2 mm worden de lasranden
volledig samengesmolten.
Bij grotere diktes moet volgens onderstaande tabel te werk worden
gegaan:
d
S
S=
1 - 3 mm
Vlak d=
0,5 - 1,5 mm
Voorvlak
1 - 2 mm
d=
Verticale
vlak
1 - 1,5 mm
d=
60 │ NL│BE
3 - 4 mm
4 - 6 mm
1,5 - 2,5 mm
2 - 3 mm
2 - 3 mm
3 - 4 mm
1,5 - 2,5 mm
2 - 3 mm

Vlakke stompe lasverbindingen

Het laswerk moet zonder onderbreking en met voldoende indringdiepte
worden uitgevoerd; grondige voorbereiding is dan ook van groot belang.
De factoren die de kwaliteit van het lasresultaat beïnvloeden, zijn: de
stroomsterkte, de afstand tussen de lasranden, de helling van de brander
en de bijbehorende diameter van de lasdraad.
Hoe steiler de brander ten opzichte van het werkstuk wordt gehouden,
des te groter is de indringdiepte en omgekeerd.
Om vervormingen tijdens het uitharden van het materiaal te voorkomen
of deze te verminderen, is het goed om daar waar mogelijk de werk-
stukken vast te zetten met een voorziening die het samentrekken of
vervormen van het materiaal tegengaat.
Voorkomen moet worden dat de gelaste structuur verstijft, om barsten in
het laswerk te vermijden. Deze problemen kunnen verkleind worden als
het werkstuk zo kan worden gedraaid dat het laswerk in twee tegenge-
stelde doorlopen kan worden uitgevoerd.

Buitenhoeklasverbindingen

De voorbereiding op deze methode is zeer eenvoudig.
Bij sterkere materialen is deze methode echter niet meer geschikt. In dit
geval is het beter een verbinding voor te bereiden zoals hiernaast weerge-
geven, waarbij de rand van één plaat wordt afgeschuind.
45°
PFDS 33 A1

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis