Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gevarenbronnen; Gevaar Voor Ongelukken Door Elektrische Schok; Krappe En Hete Ruimtes; Gevaar Voor Ongelukken Door Zuurstofgebrek In Krappe Ruimtes - Parkside PFDS 33 A1 Originalbetriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PFDS 33 A1:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Risico als gevolg van de vlamboog: Straling van de vlamboog kan
oog- en huidletsel veroorzaken. Draag een helm en een veiligheidsbril.
Gebruik oorbescherming en een hemd met kraag. Gebruik een lashelm
met filter in juiste tint. Draag volledige lichaamsbescherming.
Risico als gevolg van elektromagnetische velden: De lasstroom ver-
oorzaakt een elektromagnetisch veld. Niet geschikt voor gebruik met
medische implantaten. Wikkel laskabels nooit rond uw lichaam. Leg de
laskabels samen aan. De veiligheidsvoorschriften voor stroombronnen
die door een motor worden aangedreven, omvatten ook:
Risico als gevolg van uitlaatgassen: Uitlaatgassen kunnen dodelijk zijn.
Nooit in huis, in de garage of andere besloten ruimtes gebruiken, ook
niet met geopende deuren en ramen. Gebruik uitsluitend buiten en ver
verwijderd van ramen, deuren en ventilatieopeningen.

Gevarenbronnen

Bij vlambooglassen ontstaat een reeks gevarenbronnen. Het is voor de
lasser dan ook bijzonder belangrijk de volgende regels in acht te nemen
om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen en schade voor mens en
machine te voorkomen.
Gebruik dit vuldraadlasapparaat niet op een ondergrond met een helling
van meer dan 10°.
Werkzaamheden aan de netspanningszijde, bijv. aan kabels, stekkers,
contactdozen, enz. mogen uitsluitend door een vakman worden uitge-
voerd. Dit geldt met name voor het gebruik van verlengsnoeren.
Koppel bij ongelukken de lasstroombron direct los van het stroomnet.
Schakel bij elektrische contactspanning het apparaat direct uit en laat
het door een vakman controleren.
Let aan de lasstroomzijde altijd op goede elektrische contacten.
Draag bij het lassen altijd aan beide handen isolerende handschoenen.
Deze beschermen tegen elektrische schok (nullastspanning van de las-
stroomkring), tegen schadelijke straling (warmte en uv-straling) en tegen
gloeiend metaal en opspattende slakken.
Draag stevig isolerend schoeisel; de schoenen moeten ook isoleren
tegen vocht. Instappers zijn niet geschikt omdat vallende, gloeiende
metaaldruppels brandwonden kunnen veroorzaken.
Draag geschikte kleding, geen synthetische kleding.
Kijk niet met onbeschermde ogen in de vlamboog, gebruik alleen een
laskap met beschermend glas volgens voorschrift conform DIN. De
vlamboog geeft naast licht- en warmtestralen, die verblinding en/of ver-
branding veroorzaken, ook uv-stralen af. Deze onzichtbare ultraviolette
straling veroorzaakt bij onvoldoende bescherming een zeer pijnlijke
bindvliesontsteking, die zich pas een paar uur later manifesteert.
Bovendien heeft uv-straling schadelijke zonnebrand op onbeschermde
lichaamsdelen tot gevolg.
Ook personen en assistenten die zich in de buurt van de vlamboog
bevinden, moeten worden gewezen op de gevaren en van de nodige
beschermende middelen worden voorzien. Zo nodig moeten afscher-
mingen worden ingebouwd.
Op containers, waarin gassen, brandstoffen, minerale oliën o.i.d. worden
opgeslagen, mogen geen laswerkzaamheden worden uitgevoerd - ook
niet als ze al lange tijd leeg zijn - in verband met explosiegevaar door
residuen.
In vuur- en explosiegevaarlijke ruimtes gelden specifieke voorschriften.
54 │ NL│BE
Lasverbindingen die zwaar worden belast en aan specifieke veilig-
heidseisen moeten voldoen, mogen uitsluitend door specifiek opgeleide
en gekwalificeerde lassers worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan
zijn: drukketels, looprails, trekhaken, enz.

Gevaar voor ongelukken door elektrische schok

Als er geen vlamboog brandt, heerst er nullastspanning U
aardingsklem en het stroommondstuk. Deze spanning kan levensgevaarlijk
zijn, als de lasser het stroommondstuk, het brandermondstuk, de lasdraad
of het werkstuk met blote handen aanraakt.
Men dient er beslist aan te denken dat de aardgeleider in elektrische
installaties of toestellen bij nalatigheid door de lasstroom kan worden
vernield,
bijv. als de aardingsklem op de kast van het lasapparaat wordt gelegd
als die met de aardgeleider van de elektrische installatie is verbonden.
De laswerkzaamheden worden uitgevoerd aan een machine met een
aardgeleideraansluiting. Het is dus mogelijk aan de machine te lassen
zonder de aardingsklem hierop te hebben bevestigd. In dit geval stroomt
de lasstroom van de aardingsklem via de aardgeleider naar de machine.
De hoge lasstroom kan ertoe leiden dat de aardgeleider doorsmelt.
De beveiliging van de toevoerleidingen naar de stopcontacten moet
aan de voorschriften voldoen (VDE 0100). Conform deze voorschriften
mogen zodoende uitsluitend zekeringen en/of automatische zekeringen
worden gebruikt die aan de leidingsdiameter zijn aangepast (veilig-
heidsschakelaars van 16 ampère). Hogere zekeringen kunnen brand in
de leidingen en brandschade aan het gebouw tot gevolg hebben.

Krappe en hete ruimtes

Bij werkzaamheden in krappe of hete ruimtes moeten isolerende onder-
en tussenlagen evenals kaphandschoenen van leer of een ander slecht
geleidend materiaal worden gebruikt ter isolatie van het lichaam tegen
de vloer, wanden, geleidende apparaatonderdelen, e.d.
Bij gebruik van lastransformators voor het lassen met verhoogd elek-
trisch risico, zoals in krappe ruimtes met elektrische geleidende wanden
(ketels, buizen, enz.), in hete ruimtes (doorlassen van de werkkleding),
mag de uitgangsspanning van het vuldraadlasapparaat in nullastbe-
drijf niet hoger zijn dan 48 V~ (effectieve waarde). Het apparaat kan
zodoende op basis van zijn uitgangsspanning in nullastbedrijf in dit
geval worden gebruikt.
Gevaar voor ongelukken door zuurstofgebrek in
krappe ruimtes
Bij het lassen ontstaan grote hoeveelheden rook en damp. Zorg ervoor
dat rook en gassen steeds door een geschikte opening kunnen wegstro-
men. Voer echter nooit zuurstof toe. Dit verhoogt het brandgevaar.

Beschermende kleding

Tijdens het werk moet de lasser over het volledige lichaam tegen
straling en verbranding beschermd zijn door middel van kleding en
gezichtsbescherming.
Aan beide handen moeten kaphandschoenen van een geschikte stof
(leer) worden gedragen. Deze moeten in goede staat zijn.
Om de kleding te beschermen tegen vonkenregen en verbranding
moeten geschikte schorten worden gedragen. Als het type werk, bijv.
bovenhoofds lassen, dit vereist, moet een beschermend pak en indien
nodig ook bijbehorende hoofdbescherming worden gedragen.
tussen de
0
PFDS 33 A1

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis