Montage In Een Rack; Apparaten Aansluiten - IMG STAGELINE MMX-142 Bedienungsanleitung

vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf ge -
nomen wordt, bezorg het dan voor milieu-
vriendelijke verwerking aan een plaatselijk
recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Het mengpaneel is speciaal ontworpen voor muzi-
kanten en voor gebruik op het podium. 10 mono- en
2 stereo-ingangskanalen kunnen met de masteruit-
gang worden gemengd. Ieder ingangskanaal
bevindt zich op een afzonderlijke printplaat (Modular
PCB Design) en werd met diverse instelmogelijkhe-
den uitgerust, bijvoorbeeld:
– Gain-regeling
(bij de stereokanalen niveauschakelaars)
– voor de microfooningangen inschakelbare fan-
toomvoeding van +48 V
– In de monokanalen 3-bands equalizer met regel-
bare middenfrequentie
– 2 afnameregelaars, signaalafnamepunt intern se-
lecteerbaar door geleiderbruggen: pre-/postfader;
voor AUX 2 ook pre-equalizer
– Panorama- of balansregelaars
– LED voor PEAK en PFL
De ingangskanalen en de masteruitgang kunnen
met een hoofdtelefoon worden beluisterd.

5 Montage in een rack

Het mengpaneel kan zowel als tafelmodel worden
gebruikt als in een 19"-rack (482 mm) worden inge-
bouwd.
1) Voor de montage in een rack schroeft u beide zij-
panelen af.
2) Schroef aan elke zijde de 3 kruiskopschroeven
los. Bewaar de schroeven en zijpanelen, wan-
neer het toestel later weer als tafelmodel moet
worden gebruikt.
3) Schroef de beide meegeleverde zijprofielen met
de meegeleverde langere schroeven (M3 × 8 mm)
aan de zijkant vast. Gebruik de langere schroe-
ven enkel voor bevestiging van de profielen,
anders beschadigt u het toestel.

6 Apparaten aansluiten

Schakel het mengpaneel en alle andere audioappa-
ratuur uit, alvorens toestellen aan te sluiten resp.
bestaande aansluitingen te wijzigen.
6.1 Microfoons
Opgelet! Om luide schakelploppen te vermijden,
schakelt u de fantoomvoeding uitsluitend
bij uitgeschakeld mengpaneel in of uit.
Sluit op de XLR-jacks MIC (1) met fan-
toomvoeding geen
microfoons aan. Deze microfoons kunnen
worden beschadigd.
1) Als de gebruikte microfoons geen fantoomvoe-
ding vereisen, mag men de verzonken schake-
laar PHANTOM POWER +48 V (29) niet indruk-
ken. Na het inschakelen van het mengpaneel
mag de gele LED erboven niet oplichten. In dit
geval kunnen zowel gebalanceerde als ongeba-
lanceerde microfoons worden aangesloten.
2) Voor het gebruik van fantoomgevoede micro-
foons dient men de schakelaar PHANTOM
4 De ingangskanalen modificeren
Indien nodig dient men voor het aansluiten van het
mengpaneel de volgende wijzigingen van de
ingangskanalen door te voeren.
Opgelet! Voor deze wijzigingen moet het toestel
worden geopend. Daarom mogen deze
werkzaamheden enkel door een gekwali-
ficeerde vakman worden uitgevoerd.
1) Trek in ieder geval eerst de netstekker uit het
stopcontact.
2) Schroef de beide zijpanelen los.
3) Verwijder telkens de 3 kruiskopschroeven aan de
zij- en het frontpaneel evenals de 4 schroeven
aan de achterzijde. Neem de bodemplaat eraf.
4) Voer de wijzigingen door volgens hoofdstuk 4.1
en/of 4.2.
5) Schroef het mengpaneel weer samen.
4.1 Fantoomvoeding voor individuele micro-
fooningangen uitschakelen
De fantoomvoeding van 48 V voor de jacks MIC (1)
kan centraal worden ingeschakeld, maar ook voor
elk monokanaal afzonderlijk uitgeschakeld, wan-
neer zowel ongebalanceerde microfoons als micro-
foons met fantoomvoeding moeten worden aange -
sloten.
Om de fantoomvoeding uit te schakelen, moet u
op de printplaat van het betreffende kanaal de
draadbrug LK1 verbreken (zie figuur 5).
4.2 Signaalafnamepunt van de afnamekana-
len AUX 1 en AUX 2 wijzigen
1. Voor het kanaal AUX 1 wordt het signaal post-
fader afgenomen. Door het wijzigen van de jum-
per JP1 voor ieder kanaal afzonderlijk kan het
signaal ook pre-fader worden afgenomen – zie
fig. 5.
POWER +48 V met een spits voorwerp (b. v. een
balpen, schroevendraaier) in te drukken. Na
inschakelen van het mengpaneel licht de gele
LED erboven op. Alle XLR-jacks MIC (1) hebben
een fantoomvoeding van 48 V.
U kan de fantoomvoeding voor afzonderlijke
kanalen uitschakelen. Zie hiervoor hoofdstuk 4.1.
3) Sluit de microfoons aan op de XLR-jacks MIC (1).
Opmerking: Er kan niet worden omgeschakeld tus-
sen de XLR-jack MIC en de stekkerbus LINE (3).
Ofwel sluit u daarom in elk kanaal een microfoon
aan op de jack MIC ofwel een toestel met lijnniveau-
uitgang op de jack LINE.
6.2 Apparatuur met lijnuitgang
Sluit signaalbronnen met monolijnuitgang (b. v. ins-
trumenten) aan op de jacks LINE (3). Verbind bij
aansluiting van monoapparatuur op de stereokana-
len steeds enkel de jack LEFT (2). Het ingangssig-
naal wordt dan intern naar het rechter en linker
kanaal geschakeld.
Sluit stereoapparatuur aan op de jacks LEFT en
RIGHT (2). Voor aansluiting van een stereoappara-
tur kan ook de hulpingang AUX INPUT (18) worden
gebruikt.
Opmerking: Sluit in elk kanaal ofwel een microfoon
aan op de jack MIC ofwel een toestel met lijnniveau-
uitgang op de jack LINE.
ongebalanceerde
6.3 Effecttoestellen
6.3.1 Effectenapparaat
schakelen
Een effectenapparaat kan rechtstreeks in de master -
uitgang worden geschakeld, waarbij het te bewerken
signaal volledig door het effectenapparaat loopt (b. v.
bij compressoren, Noise-Gates, equalizers). Sluit
het effectenapparaat aan op de jacks SEND/
RETURN (17). De benodigde stekkers moeten als
volgt zijn aangesloten:
2. Voor het kanaal AUX 2 kan het signaalafnamepunt
door de jumper JP2 te wijzigen voor ieder kanaal
afzonderlijk van pre-fader naar pre-equalizer of
post-fader worden omgeschakeld – zie fig. 5.

Punt
Ring
Schacht
Voor aansluiting van effectapparaten met geschei-
den in- en uitgangsjacks hebt u Y-kabels nodig, b. v.
MCA-202 uit het gamma van MONACOR:
‘
6.3.2 Effectenapparatuur voor de ingangen aan-
Via de regelaar AUX 1 (10) kan u delen van een sig-
naal post-fader van de ingangskanalen afnemen,
via een effectenapparaat sturen en na de bewerking
via een ingangskanaal of de ingang AUX INPUT
(18) met het signaal op de masteruitgang mengen
(b. v. bij galmapparatuur).
1) Verbind de ingang van het effectenapparaat met
de uitgang AUX SEND 1 (19).
2) Verbind de uitgang van het effectenapparaat met
een vrije ingang LINE (3) of LEFT/RIGHT (2).
Voor aansluiting van de uitgang van het effecten-
in de masteruitgang apparaat kan ook de hulpingang AUX INPUT (18)
worden gebruikt.
3) Indien twee verschillende effectsignalen nodig
zijn, kan het afnamekanaal AUX 2 na modificatie,
zoals beschreven in hoofdstuk 4.2, eveneens als
effectenkanaal dienst doen. Verbind de ingang
van het tweede effectenapparaat met de uitgang
AUX SEND 2 (19) en de uitgang van het effec-
tenapparaat met een ander vrij ingangskanaal.
Geleidingsplaat van een ingangskanaal
= Send (uitgang)
= Return (ingang)
= massa
De aansluiting van de Y-kabel MCA-202 van
MONACOR
sluiten
NL
B
19