Inhaltsverzeichnis
Werbung
e) Ankleben der Ruderschaniere
Die Höhen-Querruderflaps sind ab Werk bereits vormontiert und mit Schrauben gesichert. Richten Sie nach dem Ankleben der beiden Tragflächenaußenflügel
die Flaps in der Art aus, dass zwischen dem Rumpfmitelteil und den Flaps ein ca. 2 mm großer Spalt ist und verkleben die Ruderschaniere mit einem für
Hartschaum geeigneten Sekundenkleber zuerst an den Flaps und dann an den Tragflächen.
f) Montage der Seitenruder
Das Modell verfügt über zwei Seitenleitwerke, die am Modell fest verklebt wer-
den müssen. Die exakte Ausführung von diesem Bauausschnitt hat für die Flug-
eigenschaften entscheidenden Einfluss. Achten Sie unbedingt auf eine Sym-
metrie der beiden Leitwerke. Verkleben Sie zuerst ein Seitenleitwerk und nach
dem Aushärten das zweite Seitenleitwerk. Bis zur Aushärtung des Klebers muss
das Seitenleitwerk mit Stecknadeln o.ä. fixiert werden.
Markieren Sie auf dem Flächenmittelteil eine ca. 10 cm lange Hilfslinie, begin-
nend von der Hinterkante der Tragfläche nach vorne. Die Linie soll zur Stoß-
kante Tragfläche / Rumpfmittelteil einen Abstand von 15 mm haben (A = A').
Markieren Sie am Seitenleitwerk in der Mitte jeweils vorne und hinten ebenfalls
eine Hilfslinie und markieren auch ein Stück zur Außenseite. Setzen Sie das
Seitenleitwerk an Hand der Markierungen exakt auf die Hilfslinie am Rumpf-
mittelteil auf. Markieren Sie die Umrisse vom Seitenleitwerk und entfernen in-
nerhalb dieser Markierung die Folie.
Markieren Sie am Flächenmittelteil die Position der Dübel und übertragen die-
se auf das Seitenleitwerk. Bohren Sie mit einem 3mm-Bohrer kleine Löcher für
die Dübel (B = 15 mm; C = 80 mm). Achten Sie hierbei darauf, dass die Dübel
in den Seitenleitwerken gerade, im Rumpfmittelteil entsprechend der Schräge
am Seitenleitwerk schräg gebohrt werden müssen.
Setzen Sie das Seitenleitwerk mit eingesteckten Dübeln „trocken" auf das
Rumpfmittelteil und überprüfen den korrekten Sitz an Hand der Hilfslinen. Ist
alles korrekt, kann das Seitenleitwerk mit 5-Minuten Epoxydkleber am Rumpf-
mittelteil angeklebt werden.
g) Montage der Landekufe
Entfernen Sie im hinteren Teil der Rumpfunterseite die Folie (1). Setzen Sie
die Landekufe (2) „trocken" ein und überprüfen den korrekten Sitz. Ist alles
perfekt, verkleben Sie die Kufe mit 5-Minuten Epoxydkleber fest an das Rumpf-
mittelteil.
10
c) Montage en sturing van de hoogte-rolroerservo
Monteer een stangaansluiting (1) aan de roerhefboom van de rolroerservo (2).
Boor daartoe het buitenste gat van de roerhefboom op tot 2 mm. Schuif een
borgring op de stangaansluiting.
Daarna schuift u beide door het opgeboorde gat van de roerhoorn, schuift u de
tweede borgring op de schroefdraad, en borgt u de stangaansluiting met de
moer. De moer moet met een druppeltje schroevenborglak beveiligd worden
tegen loskomen.
Plaats de servo in het draagvlak. De servo-aansluitkabel wordt door de
servoschacht zijdelings naar buiten gevoerd. Schakel de afstandsbediening bij
wijze van proef kort in, stel de trimhefboom voor het rolroer op neutraal in, en
plaats de servo-stuurkabel 90° ten opzichte van de langsrichting van de servo.
Borg de stuurkabel met de bevestigingsschroef.
Teken op een rechte lijn vanaf de stuurstang (3) op de onderkant van de flaps
het optimale montagepunt af voor de roerhoorn (4). Let bij de keuze van het
montagepunt op een besturing met een rechte lijn en zorg er voor dat de gaten
van de roerhoorn (4) precies tegenover het draaipunt van de rolroerflaps liggen.
Boor op de afgetekende punten gaten van 1,2 mm, breng de roerhoorn aan, en
borg haar met een houdclip.
De stuurstang voor het hoogte-rolroer (3) heeft aan één zijde een „gebogen Z" (5), die in de roerhoorn (4) moet worden ingehaakt. Het andere uiteinde van de
stang wordt in de stangaansluiting (1) geschoven.
Kort de stuurstang in. Let daarbij op de neutrale stand: neutrale stand op de zender = neutrale stand van de servo = neutrale stand van de flaps.
Sluit de servo opnieuw aan op de ingeschakelde afstandsbediening en test, of de stuurstang/het rolroer correct beweegt en er voldoende stuuruitslag ter
Bild 7a
beschikking staat (zie punt 9c „Instellen van de roeruitslagen") en de neutrale stand van de flaps.
Als alles correct is, kunt u de servo met een druppel lijm borgen tegen loskomen.
d) Montage van de draagvlakbuitenvleugels
De buitenvleugels worden met de beide aangevormde draagvlakverbindingen
(2) in de betrokken uitsparingen in het middeldeel van de romp (1) gehaakt en
gelijmd. Voor het lijmen moeten de buitenvleugels „droog" worden ingesmeerd,
en gecontroleerd op hun correcte zit. De lijmplaatsen moeten worden vrijgemaakt
van strijkfolie en vrij zijn van scheuren en barstjes.
Soldeer eerst de linker en de rechter servo-verlengkabels uit het middelste
deel van de romp aan de servokabels van de vleugelservo's. Let op een goede
soldering, en een goede isolatie met krimpkous. Controleer voor het vastlijmen
de werking van de servo.
Breng langs de omtrek van de draagvlakken bij het middelste deel van de romp
wat 5-minuten epoxyharslijm aan, en schuif beide draagvlakken op het romp-
middendeel. Verwijder eventueel uitlopende lijm meteen met een vochtig doekje!
Bild 7b
Fixeer tot na het uitharden van de lijm de draagvlakken met kleefband zodanig,
dat deze zonder spleet en zonder krom trekken tegen de romp worden geperst.
Bild 8
Afb. 5
Afb. 6
51
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
