q) Alarmfuncties
Alarmfunctie kiezen
Druk zo vaak kort op de toets "ALARM ON/OFF" tot de gewenste alarmfunctie verschijnt:
• Weekdag alarm (aanduiding "W")
Het alarm weerklinkt enkel op weekdagen.
• Eenmalig alarm (aanduiding "S")
Het alarm weerklinkt enkel één keer, daarna wordt de alarmfunctie automatisch uitgeschakeld.
• Pre alarm bij lage temperaturen (aanduiding "PRE AL")
Bij lage buitentemperaturen onder ca. 2°C weerklinkt er op een instelbaar tijdstip (15, 30, 45,
60 of 90 minuten) een zogeheten pre alarm vóór de eigenlijke alarmtijd. Hierdoor heeft u
genoeg tijd om b.v. het ijs van de ramen van uw auto te verwijderen of om sneeuw te ruimen.
Alarmfunctie in/uitschakelen
Met de toetsen " " en " " aan de voorkant van het basisstation kan de voordien gekozen
alarmfunctie uitgeschakeld (aanduiding "OFF") of ingeschakeld worden (aanduiding van de
alarmtijd).
Alarmtijd instellen
• Schakel eerst zoals bovenaan beschreven met de toetsen " " en " " aan de voorkant van
het basisstation het alarm in.
• Druk zo lang op de toets ALARM ON/OFF" (ca. 2 seconden) tot de uren van de alarmtijd
beginnen te knipperen.
• Stel met de toetsen " " en " " aan de voorkant van het basisstation de uren in.
• Druk kort op de toets "ALARM ON/OFF". De minuten van de alarmtijd knipperen.
• Stel met de toetsen " " en " " aan de voorkant van het basisstation de minuten in.
• Sluit de instelling af met een korte druk op de toets "ALARM ON/OFF".
163