Conrad ME-32 Bedienungsanleitung Seite 70

Functie Meetbereik
gelijkspanning 4 m A
400 m A
20 A
wisselspanning 4 m A
400 m A
20 A
geldig voor het frequentiebereik van 40 Hz tot 400 Hz in alle drie bereiken
weerstand 400 Ohm
4 k Ohm
40 k Ohm
400 k Ohm
4 M Ohm
40 M Ohm
meetspanning in een open meetcircuit: < 1,2 V
duur van de weergavestabilisering: 40 MOhm ca. 15 s
diodentest
doorgangsmeting
transistorset-bereik
basisstroom
VCE (UCE)
temperatuur: 0°C-+200°
+200°C-+1000°C
capaciteit: 4 nF
400 nF
testspanning:
testfrequentie/-spanning:
afstellen op nul: automatisch
138
Resolutie
Nauwkeurigheid
±(0,8%+3dgts)
1 u A
±(1,2%+3dgts)
100 u A
±(2,0%+5dgts)
10 m A
±(1,0%+5dgts)
1 u A
±(1,5%+5dgts)
100 u A
±(3,0%+5dgts)
10 m A
±(0,5%+3dgts)
0,1 Ohm
±(0,5%+3dgts)
1 Ohm
---------"--------- 10 Ohm
---------"--------- 100 Ohm
---------"--------- 1 k Ohm
±(3,0%+5dgts)
10 k Ohm
: teststroom 1,0 mA max.
meetspanning 2,0 V= max.
: akoestisch signaal bij weerstanden
kleiner dan 30 Ohm,
meetspanning 2,0 V= max.
: hFE 0 - 1000
: max. ca. 1000 uA
: max. 2,0 V
±(3%+5dgts)
1°C
±(3%+2dgts)
1°C
±(3,0%+10dgts)
1pF
±(3,0%+ 5dgts)
100 pF = 0,1 nF
max. 0,7 V tap-tap (peak-peak):
in het 4-nF-bereik ca.4 Hz/1,34 Vss
in het 400-nF-bereik ca. 1,5 Hz/0,7 Vss
8.3 Maximale ingangswaarden, overbelastings-
beveiliging
Spanningsmeting : 1000 V= resp. 750 V~
Stroommeting : 20 A =/~ in het A-bereik, gedurende max.
30 sec. met aansluitend een afkoelfase van
minimaal 15 min., max. 250 V=/~(gemeten
remstroom)
Overbelastings
beveiliging : supersnelle zekering van 15 A, 250 V
(afmeting: 6 x 30 mm), 200 mA ~/= in het
mA-bereik, max. 250 V=/~(gemeten rem-
stroom)
Overbelastings
beveiliging : snelle zekering van 0,8 A, 250 V (afmeting: 5
x 20 mm)
Weerstandsmeting : Weerstandsmeting: 20 Mohm, overbelas-
tingsbeveiliging: 250 V=/~
Diodentest/
Doorgangsmeting: overbelastingsbeveiliging 250 V=/~
Waarschuwing!
De meetfuncties transistortest, capaciteits- en temperatuurme-
ting zijn niet beveiligd tegen overbelasting of een te hoge
ingangsspanning.
Een overschrijding van de maximaal toegestane ingangswaar-
den leidt onder ongunstige omstandigheden tot beschadiging
van het meetapparaat en kan het leven van de gebruiker in
gevaar brengen.
139