Conrad ME-32 Bedienungsanleitung Seite 60

b) Insteekcontact voor temperatuurmeting(en) en capaciteitsme-
tingen
Voor temperatuurmeting steekt u de aansluitingen van een
NiCrNi-thermo-element (K-type) met de juiste polariteit in de
gemerkte insteekcontacten. Let erop dat het smalle meet-
contact in het smalle sleufcontact en het brede meetcontact in
het brede sleufcontact worden gestoken. Een omgedraaide
stekker past niet in het insteekcontact.
Steek de ontladen (!) bipolaire condensator in de buitenste
contactsleuven van het meetcontact. Let erop dat de aanslui-
tingen lang genoeg en niet te dik zijn, daar dit anders tot
meetfouten kan leiden.
Waarschuwing!
De binnenste contacten zijn voor de temperatuurmeting, de bui-
tenste contacten voor de meting van condensatoren tot max.
400 nF. Verwissel nooit de insteekcontacten, om beschadigingen
aan het meetapparaat te voorkomen. Bekijk hiervoor de vol-
gende afbeelding:
c) Meetfunctieschakelaar (6) of draaischakelaar
Waarschuwing!
De stand van de meetfunctieschakelaar mag in geen geval tij-
dens een meting worden veranderd, omdat het meetapparaat
hierdoor defect kan raken (afbraakvonken), hetgeen bij span-
ningen groter dan 25 V wisselspanning (~) resp. groter dan 35 V
gelijkspanning (=) levensgevaar voor u kan opleveren.
Door het draaien van de schakelaar (met de klok mee) kunnen
diverse meetbereiken - gerangschikt in een halve cirkel - worden
geselecteerd.
118
TEMP
CAP
=~V = gelijk- en wisselspanning (Auto Range)
(•)Ω = doorgangsmeting en weerstandsmeting
(Auto Range uitsluitend bij de weerstandsmeting)
-<- = diodentest (geen Auto Range)
hFE = transistortest (geen Auto Range)
TEMP = temperatuurmeting (geen Auto Range)
4 nF = capaciteitsmeting tot max. 4 nF
(=nanofarad; geen Auto Range)
400nF = capaciteitsmeting tot max. 400 nF
(=nanofarad; geen Auto Range)
=~4mA = gelijk- en wisselstroom tot max. 4 mA
(geen Auto Range)
=~400mA = gelijk- en wisselstroom tot max. 400 mA
(geen Auto Range)
=~20A = gelijk- en wisselstroom tot max. 20 A
(geen Auto Range)
d) 20-A-ingang
Voor gelijk- en wisselstromen tot max. (!) 20 A moet hierin de
rode meetdraad worden gestoken.
Waarschuwing!
De meetfunctieschakelaar mag bij stroommeting in geen geval
op spanningsmeting (=~V) staan.
e) mA-ingang
Voor gelijk- of wisselstroommetingen tot max. 400 mA moet
hierin de rode meetdraad worden gestoken, wanneer de
meetfunctieschakelaar (6) op positie 4mA of 400mA bij de
stroommeting staat.
119