Conrad ME-32 Bedienungsanleitung Seite 63

weerstand van 10 M/Ω. In het wisselspanningsbereik parallel met
< 20 pF (AC-gekoppeld).
Zodra bij de gelijkspanningsmeting een „-" voor de meetwaarde
verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of zijn de meetka-
bels verwisseld).
Aanwijzingen
Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het voorkomen dat
bij vrij liggende (niet met een meetobject verbonden) meetka-
bels willekeurige meetwaarden („fantoommeetwaarden") wor-
den weergegeven. Dit „verschijnsel" is normaal en verdwijnt
zodra u met uw meting begint.
Ω
ON/OFF
4nF
TEMP
hFE 400nF
4m
Ω
V m
AUTO RANGE
DMM
200mA
1000 V DC
MAX
FUSED
750 V AC
MAX
500V MAX
20A m A COM
6.2 Stroommeting
Voor het meten van gelijk- of wisselstromen gaat u als volgt te
werk:
1. Verbind de zwarte meetdraad met de COM-contactbus (9) en
de rode meetdraad met de mA-contactbus (8), wanneer u stro-
124
R-H
PNP NPN
E E
+
B B
C C
E E
400mA
20A
CAT ll
V/Ω
men tot max. 400 mA wilt meten, of met de 20A-contactbus
(7), wanneer u stromen groter dan 400 mA tot max. 20 A wilt
meten.
2. Zet de draaischakelaar op stroommeting (4mA of 400 mA of 20
A).
3. Druk éénmaal op de drukschakelaar „=~/Ω(•)" wanneer u een
wisselstroommeting wilt uitvoeren. Voor gelijkstroommetin-
gen hoeft u de drukschakelaar slechts dan in te drukken,
wanneer u daarvóór wisselstromen heeft gemeten. In het
andere geval is de meetingang altijd automatisch ingesteld op
de meting van gelijkstroom of -spanning.
4. Verbind de meetkabels in serie met het meetobject (zie de vol-
gende afbeelding).
Waarschuwing!
Meet geen stromen in stroomcircuits waarin spanningen kunnen
voorkomen die groter zijn dan 250 V~/V=, zodat het meetappa-
raat niet wordt beschadigd en voor u geen levensgevaar ople-
vert. Meet in geen geval stromen groter dan 20 A. Meet uitslui-
tend in stroomcircuits die zelf met een zekering van 16 A zijn
beveiligd, resp. waarin geen vermogen groter dan 4000 VA kan
voorkomen.
Metingen van stromen van 20 A mogen slechts gedurende max.
30 seconden en met intervallen van 15 minuten worden uitge-
voerd (afkoelfase voor de shunt).
125