Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Model Invliegen; A) Reikwijdtetest; B) De Eerste Start; C) Intrimmen Van Het Model - Reely Christen Eagle Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen



12. Model invliegen

Nadat u het zwaartepunt, de werking van de motor en de richting van de roerbewegingen heeft gecontroleerd, is uw model klaar voor de eerste vlucht. Wij
adviseren om in ieder geval contact op te nemen met een ervaren modelpiloot of een modelbouwvereniging bij u in de buurt te zoeken wanneer u met het
invliegen van een vliegmodel niet vertrouwd bent.
Wanneer dit niet mogelijk is, zoek dan een geschikt vliegterrein en wacht op een dag met weinig wind.

a) Reikwijdtetest

Vóór de eerste start moeten de vliegaccu en de eventuele accu's in de zender volgens de instructies van de fabrikant worden opgeladen. Voer op het vliegterrein
eerst een reikwijdtetest van de afstandsbediening uit. Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking. Controleer nu de reikwijdte door langzaam
weg te gaan van het model dat door een helper vastgehouden wordt. Tot op een afstand van ten minste 100 m moeten alle roerfuncties ook bij een draaiende
motor zonder problemen te besturen zijn. De zenderantenne moet daarbij geheel uitgetrokken zijn en de ontvangstantenne, die aan het rompuiteinde uitsteekt,
mag niet opgerold, omgebogen of zelfs afgesneden zijn.

b) De eerste start

Als er geen verharde landingsbaan voor een start vanaf de grond beschikbaar is, roept u de hulp van een starthelper in, die het elektromodel met vol motorvermogen
met een zachte zwaai tegen de wind in gooit. In de praktijk bleek het handig, als de starthelper het model met één hand in het midden van het bovenste
draagvlak en met de andere hand het richtingsroer vastneemt.
Onze tip:
Om de vliegpositie van uw model nauwkeurig te kunnen zien, gaat u het beste met iets afstand achter uw helper staan en kijkt u precies in de
vliegrichting van het startende model.
Bij een correcte montage zal het model met een vlakke hoek snel opstijgen. Probeer hierbij zo min mogelijk te sturen. Pas wanneer het model vanzelf zijn
vliegpositie verandert en b.v. een bocht vliegt, te snel stijgt of de neus naar beneden wil drukken, corrigeert u de vliegpositie met de noodzakelijke stuurcommando's.
Voor de fijngevoelige correctie van de vliegpositie en voor doelgerichte richtingswijzigingen uit de normale vliegpositie zijn slechts kleine resp. korte
knuppelbewegingen bij de zender vereist.
Let op!
Let bij het vliegen altijd op voldoende vliegsnelheid. Door te sterk aan de stuurknuppel van het hoogteroer te trekken wordt het model te langzaam
en kan over een draagvlak heen gaan kapsijzen.
Vlieg daarom in het begin met voldoende veiligheidshoogte om aan het besturingsgedrag van het model te kunnen wennen. Probeer echter, niet te ver weg te
vliegen om te allen tijde de vliegpositie duidelijk te kunnen beoordelen.

c) Intrimmen van het model

Wanneer uw model bij een rechte vlucht telkens naar één kant trekt, corrigeer dan met behulp van de trimming de noodzakelijke neutrale positie van de
betreffende roeren.
Dwarsroer:
Als het model het linker draagvlak laat "hangen", dan schuift u de trimhendel (zie afbeelding 2, positie 5) stapsgewijs naar rechts, tot het model tijdens het
rechtuit vliegen beide draagvlakken op dezelfde hoogte houdt. Als het model het rechter draagvlak laat hangen, dan moet een trimcorrectie naar links worden
doorgevoerd.
Richtingsroer:
Trekt het model naar links, verschuift dan de trimhendel (zie afb. 2, positie 9) stapsgewijs naar rechts tot het model recht vliegt. Trekt het model dan naar rechts,
dan moet er een trimcorrectie naar links worden uitgevoerd.
Hoogteroer:
De trimhendel voor het hoogteroer (zie afb. 2, positie 3) dient zo ingesteld te zijn, dat het model met maximaal motorvermogen met een vlakke hoek stijgt en met
minder motorvermogen op een gelijkblijvende hoogte vliegt.
101

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis