j) Stroommeting in het 10A- bereik (AC = True RMS)
In dit bereik is het meten van stromen tot 10 A DC/AC mogelijk. Het stroommeetbereik is gezekerd en
daarmee beveiligd tegen overbelasting.
In het wisselstroombereik wordt de meetwaarde als werkelijke effectieve-waarde (True RMS) gemeten.
Met de gele drukknop kan worden omgeschakeld naar AC+DC gekoppelde werkelijke effectieve-waarde
meting.
Ga als volgt te werk voor het meten van 10A-stromen:
°C
HzV
10 A MAX
µAmA% COM
Meet in geen geval stromen boven 10 A.
Metingen >5 tot 10A mogen maximaal 10 s lang en uitsluitend met tussenpozen van 15
minuten worden uitgevoerd (afkoeltijd voor de shunt (meetweerstand)). Van 0 tot 5A is
een continue meting toegestaan.
k) DC-lusstroommeting in procenten
Dit meetbereik dient voor de procentuele aanduiding van een lusstroom.
Het meetbereik loopt van 4 mA = 0% tot 20 mA = 100%.
Ga als volgt te werk voor het meten van lusstromen:
°C
10 A MAX
HzV
µAmA% COM
•
Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-bus en het rode meetsnoer
op de 10A-bus.
•
Zet de bereikkeuzeschakelaar (5) in de stand „A". Na het kiezen van
het meetbereik met de bereikkeuzeschakelaar (5) is automatisch de
gelijkstroommeting (DC) actief.
•
Sluit nu de beide meetpennen in serie aan met het meetobject (accu,
schakeling enzovoort); de betreffende polariteit van de meetwaarde wordt
samen met de momentele meetwaarde op het hoofduitleesvenster (12)
weergegeven. In het linker subuitleesvenster wordt het actuele meetbereik
getoond.
•
Druk voor wisselstroommetingen eenmaal op de blauwe knop. Op het
uitleesvenster (1) verschijnt „AC True RMS".
•
Bij wisselstroommetingen wordt op het hoofduitleesvenster (12) de
meetwaarde weergegeven. In het rechter subuitleesvenster verschijnt de
frequentie van de wisselstroom, in het linker subuitleesvenster wordt het
actuele meetbereik afgebeeld.
•
Zet de bereikkeuzeschakelaar (5) in de stand „mA".
•
Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-bus en het rode meetsnoer
op de mAµA-bus.
•
Druk tweemaal op de blauwe knop; op het uitleesvenster verschijnt
„LO %".
•
Sluit nu de beide meetpennen in serie aan op het meetobject (batterij,
schakeling enzovoort); de lusstroom wordt in procenten weergegeven.
109