De functiekeuzeknop op automatische programma's
1.
zetten.
Op het display verschijnt het eerste programmanummer.
Met de toets
@
of
A
het programmanummer kiezen.
2.
De toets
indrukken.
h
3.
Op het display verschijnt als voorstel voor het gewicht
0,50 kilogram.
Met de toets
of
het gewicht instellen.
@
A
4.
De toets
indrukken.
†
5.
Het programma start. De tijdsduur loopt zichtbaar af en de
symbolen
en
verschijnen.
N
x
Het programma is beëindigd
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De functiekeuzeknop naar de nulstand
draaien. De oven is uitgeschakeld. U kunt het geluidssignaal
voortijdig met de toets
0
Programma wijzigen
Na de start kunnen het programmanummer en het gewicht niet
veranderd worden.
86
wissen.
X
Programma afbreken
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Tijdsduur en eindtijd wijzigen
Bij de automatische programma's kunt u de tijdsduur en
eindtijd niet veranderen.
Ontdooien en garen met de automatische
programma's
Aanwijzingen
Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt u het
■
exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar boven of
beneden af.
Gebruik voor de programma's altijd vormen die geschikt zijn
■
voor de magnetron, bijv. van glas of keramiek, of de
braadslede. Let op de tips over de toebehoren in de
programmatabel.
Zet de levensmiddelen in de onverwarmde binnenruimte
■
Na de tips vindt u een tabel met geschikte levensmiddelen,
■
het betreffende gewichtsbereik en de benodigde toebehoren.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
■
gewichtsbereik.
Bij veel gerechten klinkt na enige tijd een signaal. Keer het
■
gerecht of roer het om.
Ontdooien
Aanwijzingen
Levensmiddelen zo vlak mogelijk en verdeeld in porties bij
■
-18 °C invriezen en bewaren.
De diepvriesproducten op een ondiepe vorm van
■
bijvoorbeeld glas of porselein leggen.
Na het ontdooien de levensmiddelen met het oog op een
■
gelijkmatige temperatuurverdeling nog 15 tot 90 minuten
laten rusten.
Bij het ontdooien van vlees, gevogelte of vis komt vloeistof
■
vrij. Dit tijdens het keren verwijderen en in geen geval verder
gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking laten
komen.
Brood dient u alleen in de benodigde hoeveelheid te
■
ontdooien. Het wordt snel oudbakken.
Gehakt dat al ontdooid is na het keren verwijderen.
■
Gevogelte in zijn geheel eerst met de borstzijde en stukken
■
gevogelte eerst met de zijde van het vel op de vorm leggen.
Groente
Aanwijzingen
Groente, vers: in stukken van dezelfde grootte snijden. Per
■
100 g een eetlepel water toevoegen.
Groente, diepvries: alleen gnablancheerde, niet voorgekookte
■
groente is geschlikt. Diepvriesgroente met roomsaus is niet
geschikt. 1 tot 3 eetlepels water toevoegen. Bij spinazie en
rode kool geen water toevoegen.
Gekookte aardappels
Aanwijzing: in stukken van dezelfde grootte snijden. Per 100 g
aardappels een eetlepel water en wat zout toevoegen.
Rijst
Aanwijzingen
Geen rijst in kookbuiltjes gebruiken.
■
Twee tot tweeënhalf keer zoveel water bij de rijst doen.
■
Vis
Aanwijzing: Visfilet, vers: 1 tot 3 eetlepels water of citroensap
toevoegen.
Vlees