3.
Veiligheid
3.1.
Voorgeschreven gebruik
Het is niet toegestaan de installatie in een omgeving met explosiegevaar te gebruiken.
kunnen leiden tot het verlies van de fabrieksgarantie.
dient het schakelapparaat te worden voorzien van veiligheidsbedrading. Deze dient niet ter bescherming tegen
blikseminslag; mochten hieromtrent eisen bestaan, dan dient op locatie te worden gezorgd voor een passende
veiligheidsvoorziening.
3.2.
Personeelskeuze en -kwalificatie
Personen die de installatie bedienen en/of monteren of onderhouden, moeten
De exploitant beslist over de vereiste kwalificaties voor het
Gekwalificeerd personeel bestaat uit personen die door hun opleiding en ervaring en hun kennis van desbetref-
fende bepalingen, geldige normen en ongevalpreventievoorschriften de telkens vereiste activiteiten uitvoeren en
Werkzaamheden aan elektrische componenten mogen uitsluitend door daarvoor opgeleid geschoold personeel en
met inachtneming van alle geldende regelingen van de ongevalpreventievoorschriften (OPV-en) worden verricht.
3.3.
Organisatorische veiligheidsmaatregelen
VEILIGHEID
160/228
V 1.0