Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Denon DN-T645 Bedienungsanleitung Seite 37

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

!5
Schakelaar voor automatische
versterkingsregeling van microfoon
(MIC AGC) (enkel DN-T645)
• Kiest de manier waarop het microfoonniveau
wordt geregeld.
OFF : Het niveau wordt geregeld met de
microfoonniveauregelaar (MIC LEVEL) !4 .
ON : Het niveau wordt automatisch geregeld
afhankelijk van het niveau van het
microfooningangssignaal.
NOTE :
• Zet de MIC MODE-schakelaar !7 op OFF
wanneer u het toestel gebruikt zonder dat
een microfoon is aangesloten op de
microfoonaansluiting (het witte-ruisniveau
is immers hoog wanneer de modus MIC
AGC is ingeschakeld.)
!6
Microfoonaansluitingen (MIC)
(enkel DN-T645 )
• Sluit de microfoon aan op deze aansluiting voor
gemengde microfoonopname.
• Microfoonsignalen (MIC) worden gemengd
met de lijningangs-of CD-signalen.
• Geschikt voor een HL-gebalanceerde (TRS-
type) microfoon met 1/4" monoaansluitingen.
• Wanneer
een
microfoon
alleen
aangesloten op de links/mono-aansluiting
(L/MONO), zal de opname in mono gebeuren.
• Sluit de microfoon aan op de aansluitingen L en
R voor stereo-opname.
OPMERKING :
• Om
ruis
te
voorkomen,
zet
u
microfoonstandschakelaar (MIC MODE) !7
uit "OFF" wanneer u de microfoon aansluit
op de MIC-aansluitingen.
!7
Microfoonstandschakelaar
(MIC MODE) (enkel DN-T645)
OFF : Schakelt de microfooningang uit.
LINE : In de cassetteweergave-, opname- of
opnamepauzestand wordt het in de
microfoon ingevoerde geluid uitgevoerd via
de lijnuitgangsaansluiting (LINE OUT). Het
in de microfoon ingevoerde geluid wordt
niet opgenomen.
REC : Opname (REC): er vindt een gemengde
microfoonopname plaats.
!8
Bandsnelheidsregelaar (TAPE SPEED)
• Gebruik deze knop om de bandsnelheid te
veranderen.
• De snelheid kan worden veranderd binnen een
bereik van ongeveer ±12% afhankelijk van de
stand van de snelheidsregelknop.
!9
Uitgangsschakelaar (OUTPUT)
MIX :
De audiosignalen van de cassetteband en de
audiosignalen van de CD worden uitgevoerd
via de niet-gebalanceerde cassette/gemengd-
uitgangsaansluitingen (UNBALANCED OUT
TAPE/MIX) en de gebalanceerde
cassette/gemengd-uitgangsaansluitingen
(BALANCED OUT TAPE/MIX).
SEP. :
Alleen de audiosignalen van de cassetteband
worden uitgevoerd via de niet-gebalanceerde
cassette/gemengd-uitgangsaansluitingen
(UNBALANCED OUT TAPE/MIX) en de gebalanceerde
c a s s e t t e / g e m e n g d - u i t g a n g s a a n s l u i t i n g e n
(BALANCED OUT TAPE/MIX).
@0
Omkeerstandschakelaar (REV. MODE)
• Hiermee
stelt
u
de
richting
bandtransport in. De omkeerstand kan worden
ingesteld op
(één kant) of
weergave).
Als de continue stand wordt ingesteld in de
opnamestand, gaat de opname voort van kant A
naar kant B en stopt ze aan het einde van kant B.
@1
Ingangsschakelaar (INPUT)
• Hiermee kiest u de audio-ingang van het
cassettedeck (CD of lijningang (LINE IN)).
@2
Dolby-ruisonderdrukkingsschakelaar
(DOLBY NR)
• Hiermee kiest u het geschikte type Dolby-
ruisonderdrukking voor de opname en de
weergave.
OFF : Opname zonder Dolby-ruisonderdrukking.
B : Opname met Dolby B-ruisonderdrukking.
C : Opname met Dolby C-ruisonderdrukking.
wordt
@3
Hoofdtelefoonkeuzeschakelaar
(PHONES SELECT)
• Hiermee kiest u het uitgangssignaal van de
hoofdtelefoon.
CD :
de
De weergavesignalen van de CD worden
uitgevoerd naar de hoofdtelefoon.
TAPE/MIX :
De
lijnuitgangssignalen
(MIX)
uitgevoerd naar de hoofdtelefoon.
@4
Hoofdtelefoonaansluiting
• Sluit een hoofdtelefoon aan op deze aansluiting
om alleen te luisteren.
• Zet het volumeniveau niet te hoog wanneer u
luistert met de hoofdtelefoon.
@5
Hoofdtelefoonniveauregelaar
(PHONES LEVEL)
• Met deze regelaar regelt u het uitgangsniveau
van de hoofdtelefoon.
@6
Ingangsniveauregelaar (INPUT LEVEL)
• Deze knop regelt het opname-ingangsniveau.
Hij beïnvloedt het niveau in beide kanalen.
Zie bladzijde 45.
@7
Uitwerptoets (
)
5
• Druk op deze toets om de cassette uit te
werpen. Stop het bandtransport voordat u op
de uitwerptoets drukt.
@8
Klep van cassettevak
• Als de klep van het cassettevak niet volledig
gesloten is, werken de bandtransportregelaars
van het cassettedeck niet.
@9
Bandtransporttoetsen
Weergavetoets
1
(vooruitspoelen)
Weergavetoets
0
(terugspoelen)
Stoptoets
2
Toets voor snel
van
het
6
terugspoelen
(continue
Toets voor snel
7
vooruitspoelen
Opname-
4
/opnamedempingstoets
3
Opnamepauzetoets
#0
Display
• Zie bladzijde 39 voor meer informatie.
#1
Tellerterugstel-/geheugentoets
(COUNTER RESET/MEMO)
• Wanneer u één keer op deze toets drukt, wordt
de teller teruggesteld en wordt het display
ingesteld op "0000".
• Wanneer u nogmaals op de toets drukt, wordt
het punt waarop de teller werd teruggesteld
opgeslagen in het geheugen en verschijnt
"MEMO" op het display.
Geheugenfunctie: wanneer de band wordt
teruggespoeld, stopt het terugspoelen op het
punt dat in het geheugen is opgeslagen.
worden
• Wanneer de toets nogmaals wordt ingedrukt,
wordt het geheugen gewist.
#2
CD-houder
• Plaats de CD op deze houder. Druk op de open-
/sluittoets van de CD-houder (
w om de houder te openen en te sluiten.
Zorg er bij het plaatsen van de CD voor dat
deze goed in de houder ligt.
#3
Afstandsbedieningssensor
(REMOTE SENSOR)
• Voor
informatie
over
afstandsbediening: neem contact op met uw
plaatselijke dealer of verdeler.
#4
+10 toets
• Druk eerst op deze toets om tracknummers
hoger dan 10 te kiezen.
• Gebruik deze toets in combinatie met de
nummertoetsen #9 .
Bijvoorbeeld, om tracknummer 15 te kiezen,
drukt u op
en dan op
Om tracknummer 33 te kiezen,
drukt u drie keer op
NEDERLANDS
Druk hierop om de band weer te geven (vooruit te spoelen).
Druk hierop om de band weer te geven (terug te spoelen).
Druk hierop om de band in om het even welke stand te stoppen.
Druk hierop om de band snel terug te spoelen.
Druk hierop om de band snel vooruit te spoelen.
Druk op de opname-/opnamedempingstoets (
4
tegelijk in om de opname te starten. Als alleen de opname-
/opnamedempingstoets (
) wordt ingedrukt, wordt het cassettedeck in de
4
opnamepauzestand geschakeld. Wanneer u de toets indrukt in de
opnamepauzestand, wordt de automatische demping ingeschakeld en wordt
een blanco gedeelte van 4 seconden opgenomen op de band. Zie bladzijde 46.
Druk op deze toets om de opnamepauzestand in te schakelen vanuit
de opname- of opnamedempingsstand.
#5
Synchrone CD-opnametoets
(CD SYNC.)
• Druk op deze toets voor de synchrone opname
van een CD op het cassettedeck.
• Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
(Zie bladzijde 46 voor meer informatie.)
#6
A-B-toets (A-B-herhaling)
• Gebruik deze toets om een gekozen gedeelte
herhaaldelijk weer te geven.
• Wanneer u één keer op deze toets drukt tijdens de
weergave, wordt dat punt ingesteld als punt A en
knippert de indicator "A-B" op het display.
• Wanneer u de toets nogmaals indrukt, wordt
dat punt ingesteld als punt B, houdt de
indicator "A-B" iop met knipperen (blijft
branden) en wordt het gedeelte tussen A en B
herhaaldelijk weergegeven.
• Wanneer u de toets nogmaals indrukt, wordt
de A-B-herhaling geannuleerd en wordt de
OPEN/CLOSE)
5
normale weergave hervat.
• De A-B-herhaalfunctie kan ook worden gebruikt
wanneer de herhalingsschakelaar (REPEAT) $1
is uitgeschakeld.
#7
Willekeurige-weergavetoets
(RANDOM)
de
draadloze
• Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt de
willekeurige-weergavestand ingeschakeld en licht de
indicator voor willekeurige weergave "RAND" op.
#8
Oproeptoets (CALL)
• Wanneer deze toets wordt ingedrukt in de
programmeerstand,
geprogrammeerde tracknummers opgeroepen.
• Wanneer een nummertoets #9 wordt ingedrukt
na het oproepen van een tracknummer, wordt
.
een nieuw tracknummer ingevoegd.
• Wanneer de 0/wistoets (0/CLEAR) #9 iwordt
en dan op
.
ingedrukt, wordt het getoonde tracknummer
gewist. (Zie bladzijde 42 voor meer informatie.)
) en de weergavetoets (
of
)
0
1
worden
de
37

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis