Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ingebruikname - Scheppach 1901503902 Originalanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 1901503902:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 12
Montage van de handgreep, Fig. 6
Monteer de handgreep met een M8 bout met zeskantige
kop en een schijf 8 voor het bandspanningsmechanisme.
Montage van het handwiel, Fig. 7
Bevestigt u het handwiel (ø 120 mm) met een M8 zes-
kantige moer en een bijpassende schijf voor de traploze
instelling van de draaisnelheid.

Ingebruikname

Voor de ingebruikname moet U de aanwij-
zingen
betreffende veiligheid doornemen.
Tijdens het werken aan de machine meoten alle veilig-
heids inrichtingen en afdekkingen gemonteerd zijn.
Fig. 8
Het zaaglint ontspannen (1) en wegnemen. Het nieuwe
zaaglint erop leggen en iets spannen. Het lintwiel met de
hand in de zaagrichting draaien en tegelijkertijd het zaag-
lint definitief spannen. De spanning is afhankelijk van de
breedte van het zaaglint. Brede zaaglinten kunnen strak-
ker dan smalle linten worden gespannen. Een te hoge
spanning kan het voortijdig breken van het lint tot gevolg
hebben.
Zijwaartse correctie – Fig. 9
1. Het zaaglint dient nagenoeg in het midden van de wie-
len te lopen.
2. Het bovenste wiel met de hand in de zaagrichting draai-
en en door middel (2) van de knop zijwaarts corrigeren.
3. Na het corrigeren de gekartelde moer vastdraaien.
Instelling van het toerental – Fig. 10
Het verstellen van het toerental moet worden
uitgevoerd als de aandrijvingsmotor loopt.
1. De handknop (1) van de klemrichting iets losdraaien.
2. Het toerental met de hefboom (2) instellen.
3. De handknop (1) van de kleminrichting vastdraaien.
Toerentalbereik
Hefboom bovenaan –
minimale toerental 370 m/min.
Voor de bewerking van aluminium, messing, koper,
harde kunststofsoorten.
Hefboom onderaan –
maximale toerental 750 m/min.
Voor de bewerking van hout.
Geleiding van het zaaglint – Fig. 9
De bovenste geleiding (3) van het zaaglint kunt U tot een
werk stukhoogte van 205 mm instellen. Een zo klein
mogelijke afstand ten opzichte van het werkstuk waar-
borgt een optimale geleiding en veilig werken!
46 NL
Tegendruklagers – Fig. 11
De tegendruklagers (1) nemen de transportdruk van het
werkstuk op. U moet het bovenste en het onderste lager
zodanig instellen, dat het iets tegen de achterkant van het
zaaglint aanloopt.
Geleidingsvingers – Fig. 11
De bovenste en de onderste geleidingsvinger (2) moet U
telkens op de breedte van het zaaglint instellen. De voor-
kant van de vingers mag hoogstens de ruimte tussen de
tanden van het zaaglint bereiken. De geleidingsvingers
dienen het zaaglint licht aan te raken.
Het zaaglint mag niet ingeklemd worden!
Werkvoorschriften:
De volgende aanbevelingen zijn voorbeelden
voor het veilige gebruik van bandzagen (p. K4).
De volgende veilige werkmethodes worden als een
bijdrage tot de veiligheid beschouwd, maar kunnen
niet voor elke afzonderlijke toepassing geschikt zijn
of helemaal toegepast worden. Ze kunnen niet alle
mogelijke gevaarlijke toestanden behandelen en moe-
ten zorgvuldig geïnterpreteerd worden.
• Bij het werken in gesloten ruimtes de machine aan een
afzuiginrichting aansluiten. Bij het industrieel gebruik
moet een afzuiger gebruikt worden die voldoet aan de
industriële voorschriften.
• Als de machine buiten gebruik is, b.v. na de werkzaam-
heden, moet de zaagband ontspannen worden. Laat
een berichtje na voor het spannen van de zaagband
voor de volgende gebruiker van de machine.
• Niet gebruikte zaagbanden samen (zie pagina 6) en
veilig op een droge plaats bewaren. Voor het gebruik op
defecten (tanden, scheuren) controleren. Zaagbanden
met defecten niet gebruiken!
• Draag veiligheidshandschoenen als u met de zaagban-
den werkt.
• Voor u begint te werken moeten alle beschermings- en
veiligheidsinrichtingen aan de machine veilig gemon-
teerd zijn.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding nooit met
een borstel of een schraper die u met de hand vasthoudt
terwijl de zaagband loopt. Zaagband met harsaanslag
brengen de werkveiligheid in gevaar en moeten regel-
matig gereinigd worden.
• Tot uw persoonlijke veiligheidsuitrusting horen een vei-
ligheidsbril en een oorbescherming. Bij lang haar een
haarnet dragen. Losse mouwen tot boven de ellebogen
oprollen.
• Tijdens het werken de zaagbandgeleiding altijd zo dicht
mogelijk tegen het werkstuk plaatsen.
• Zorg voor voldoende verlichting in het werkbereik en in
de omgeving van de machine.
• Gebruik voor rechte snedes altijd de lengteaanslag om
het kantelen of wegglijden van het werkstuk te verhin-
deren.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

1901503901Basa3

Inhaltsverzeichnis