8.2
Montage van de onderste
duwbeugel (3) (afb. 4)
1. Plaats de onderste duwbeugel (3) op het daarvoor be-
stemde hulpstuk.
2. Zet de onderste duwbeugel (3) vast met de bouten
(11), de volgringen (13) en de snelspanhendels (15).
Zorg ervoor dat u de bouten (11) van binnen naar bui-
ten bevestigt.
3. Schroef de snelspanhendels (15) op de bouten (11)
totdat de snelspanhendels (15) nog gespannen kun-
nen worden.
4. Draai nu de onderste duwbeugel (3) vast door de
snelspanhendels (15) te bewegen.
5. Met de onderste duwbeugel (3) kunt u de gewenste
werkhoogte instellen.
8.3
De bovenste duwbeugel (2)
monteren (afb. 5)
1. Schroef de bovenste duwbeugel (2) aan de onderste
duwbeugels (3) vast met een bout (12), een kunst-
stofring (14) en een snelspanhendel (15) aan beide
zijden.
U kunt het bovenste of onderste gat op de bovenste
duwbeugel (2) gebruiken.
Zorg ervoor dat u de bouten (12) van binnen naar bui-
ten bevestigt.
2. Schroef de snelspanhendels (15) op de bouten (12)
totdat de snelspanhendels (15) nog gespannen kun-
nen worden.
3. Draai nu de bovenste duwbeugel (2) vast door de
snelspanhendels (15) te bewegen.
8.4
De kabelhouder (16) monteren
(afb. 6)
1. Breng de beide kabelhouders (16) telkens aan de bo-
venste duwbeugel (2) en onderste duwbeugel (3) en
fixeer de kabel.
8.5
De vuilopvangbak (10) plaatsen
(afb. 7)
1. Plaats de vuilopvangbak (10) in de daarvoor bestem-
de positie.
2. Zorg ervoor dat de vuilopvangbak (10) correct ge-
plaatst is, want een scheve of niet goed geplaatste
vuilopvangbak (10) zal het veegresultaat nadelig beïn-
vloeden.
8.6
Aanbrengen/verwijderen van de
rubberen lip (18) (afb. 8)
Aanwijzing:
Het veegresultaat is over het algemeen beter als de rub-
beren lip gemonteerd is.
Als het veegoppervlak erg ongelijk is, kan de rubberen lip
verwijderd worden om kantelen te voorkomen.
1. Demonteer de beide bouten (19) links en rechts van
de rubberen lip (18). Gebruik een kruiskopschroeven-
draaier*.
2. De rubberen lip (18) kan nu verwijderd worden.
* = niet altijd meegeleverd!
52 | NL
9
Bediening
De veegmachine is uitgerust met twee roterende invoer-
borstels om het vuil op te vegen. De invoerborstels vegen
het vuil in de vuilopvangbak. De werking van de bedie-
ningsonderdelen vindt u in de volgende beschrijvingen.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
9.1
Accu (21) in de accu-houder (9)
plaatsen/verwijderen (afb. 9)
Accu plaatsen
1. Open de afdekking (8).
2. Schuif de accu (21) in de accu-houder (9). De accu
(21) klikt hoorbaar vast.
3. Sluit de afdekking (8).
Accu uitnemen
1. Open de afdekking (8).
2. Druk op de ontgrendelingsknop (20) van de accu (21)
en trek de deze uit de accuhouder (9).
3. Sluit de afdekking (8).
9.2
Product in-/uitschakelen (afb. 10)
Inschakelen
Aanwijzingen:
Let er voor het inschakelen op dat het product geen voor-
werpen aanraakt.
Aanwijzing:
• Houd het product tijdens het werk altijd goed vast
met beide handen. Zorg voor een veilige stand.
• Let altijd goed op tijdens het werk en zorg dat derden
op een veilige afstand van uw werkplek blijven.
1. Om in te schakelen, trekt u de bedieningsstang (1)
naar de handgreep toe.
Houd de bedieningsstang (1) in deze positie.
Uitschakelen
1. Laat de bedieningsstang (1) los om uit te schakelen.
9.3
Borstelsnelheid instellen (afb. 10)
Het product beschikt over drie borstelsnelheden:
• Langzaam: 160 min⁻¹
voor lichte verontreinigingen, zoals bijv. stof, zaagsel
en droge bladeren
• Gemiddeld: 190 min⁻¹
voor grovere verontreinigingen, zoals bijv. spijkers,
bouten, grit en kiezelstenen
• Snel: 220 min⁻¹
voor sterke verontreinigingen zoals bijv. natte blade-
ren
www.scheppach.com