Inhaltsverzeichnis
Werbung
Nachvertonung
Überprüfen des neu
aufgezeichneten Tons
Der Schalter POWER muss auf
2)
stehen.
Drücken Sie die entsprechenden Tasten auf
dem Berührungsbildschirm.
(1) Lassen Sie das nachvertonte Band
wiedergeben.
(2) Drücken Sie FN, um PAGE1 aufzurufen.
(3) Rufen Sie mit MENU das Menü auf.
(4) Wählen Sie AUDIO MIX unter
1)
2)
/
(S. 244).
(5) Stellen Sie mit r/R die Balance zwischen
dem Originalton (ST1) und dem
zusätzlichen Ton (ST2) ein und drücken
Sie EXEC.
Etwa 5 Minuten, nachdem Sie das Gerät
von der Stromquelle getrennt oder den
Akku abgenommen haben, wechselt
AUDIO MIX automatisch wieder nur
zum Originalton (ST1). Standardmäßig
ist nur die Wiedergabe des Originaltons
eingestellt.
1)
DCR-TRV12E/TRV14E
2)
DCR-TRV19E/TRV22E/TRV33E
132
und drücken Sie dann EXEC
Geluidsopnamen invoegen
De nieuwe geluidsopnamen
controleren
1)
/
De POWER schakelaar moet op
2)
zijn gezet.
Raak hiervoor het paneel aan.
(1) Speel de band af waaraan de
geluidsopnamen zijn toegevoegd.
(2) Druk op FN om PAGE1 weer te geven.
(3) Druk op MENU om het menu weer te
geven.
(4) Selecteer AUDIO MIX bij
druk op EXEC (p. 254).
EXIT
VCR SET
H i F i SOUND
AUD I O M I X
A/VcDV OUT
ST1
ST2
NTSC PB
r
R
EXEC
RET.
(5) Druk op r/R om de balans tussen het
oorspronkelijke geluid (ST1) en het
nieuwe geluid (ST2) aan te passen en
druk op EXEC.
Ongeveer 5 minuten nadat u de stroom
hebt uitgeschakeld of de accu hebt
verwijderd, keert de instelling voor
AUDIO MIX terug naar alleen het
oorspronkelijke geluid (ST1). De
standaardinstelling is alleen
oorspronkelijk geluid.
1)
DCR-TRV12E/TRV14E
2)
DCR-TRV19E/TRV22E/TRV33E
1)
/
1)
/
2)
en
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
