VOORZICHTIG
Constructieve kenmerken van de helm
Beperking van het gezichtsveld
Vermindering van gehoor en het waarnemen van warmte
Huidcontact met het hoofdsegment kan bij gevoelige
mensen tot allergische reacties leiden.
Risico om tegen voorwerpen of personen te stoten door
de grote (hoofd)omtrek (hoofd met helm)
1.5
Beoogd gebruik
De lashelm is geschikt voor de volgende toepassingen:
– puntlassen
– continu lassen
– laserlassen
– slijpen
De veiligheidshelm voor lassers mag alleen worden gebruikt
bij het lassen en slijpen en niet voor andere toepassingen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als de
lashelm niet conform voorschriften of niet volgens de
gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
1.6
Symbolen in dit document
Lasmodus
Pasvorm van
de helm
ü Voorwaarde
Handeling
u
ð
Tussenresultaat
ð
Resultaat
2
Productbeschrijving
Een lashelm is een hoofddeksel dat bij bepaalde
laswerkzaamheden ertoe dient ogen, gezicht en hals tegen
brandwonden, uv-licht, infrarood licht en laserlicht alsook
hitte te beschermen. Afhankelijk van het model kan de helm
worden gecombineerd met een industriële veiligheidshelm
en/of een PAPR-systeem (Powered Air Purifying
Respirator).
1
2
3
1
Sensitivity
Slijpmodus
Onderhoud
en reparatie
4
5
6
8
7
5
Schuif ShadeTronic®
en Manual Mode
2
Laadbus
3
Delay, Tack en
FadeTronic
4
ShadeTronic®
Functies
– Actief filter: afwisseling van de optische dichtheid
afhankelijk van de intensiteit van de lasboog
– Passief filter: uv-licht
– Passief filter: IR-licht
– Passief filter: laserlicht
– Kleurwaarneming
– Antiverblindingscassette met slaapmodus
2.1
Modi
Lassen: ShadeTronic®
ShadeTronic® is de automatische modus, waarin het
beschermingsniveau door middel van sensoren automatisch
aan de intensiteit van de vlamboog wordt aangepast (EN
ISO 16321:2021). In de stand "N" komt het
beschermingsniveau overeen met 4<12. Aanvullend kan de
beschermingsniveaucorrectie worden ingesteld. Al
naargelang het persoonlijke gevoel kan het
beschermingsniveau met maximaal twee niveaus naar
boven of naar beneden worden gecorrigeerd. Het absolute
minimum en maximum, beschermingsniveau 4
respectievelijk 12 kan, onafhankelijk van de correctie-
instelling niet worden onder- of overschreden.
Lassen: Manual Mode
In de Manual Mode kan het beschermingsniveau handmatig
worden ingesteld. Er kan uit de beschermingsniveaus 3 tot
8 worden gekozen. In de Manual Mode is de
beschermingsniveaucorrectie gedeactiveerd.
Slijpen: slijpmodus
In de slijpmodus is de cassette gedeactiveerd en blijft deze
gedurende 10 minuten in heldere stand. De geactiveerde
slijpmodus is van buitenaf te herkennen aan de knipperende
blauwe led en aan de binnenzijde aan de reflectie op het
spatglas van de helm.
2.2
Sensoren
De lashelm heeft 5 sensoren. 4 sensoren worden gebruikt
voor het detecteren van het laslicht en 1 sensor is
verantwoordelijk voor het detecteren van de lichtintensiteit
(ShadeTronic®).
2.3
Lichtgevoeligheid
De lichtgevoeligheid (Sensitivity) kan in overeenstemming
met de lasvlamboog en het omgevingslicht worden
ingesteld. In het bereik "super high" wordt een zeer hoge
lichtgevoeligheid bereikt om ook bij zwakke vlambogen het
verduisteren te waarborgen.
2.4
Openingstijd
Met de regelaar voor de openingstijd kan de
openingsvertraging (Delay) van donker naar licht worden
geselecteerd. Er kan een traploze instelling van donker naar
licht tussen 0,1–2,0 s worden ingesteld.
2.4.1 Puntlasmodus
De puntlasmodus (Tack) is speciaal voor het puntlassen,
hier is de vertraging van de openingstijd het geringst.
2.4.2 Schemeringseffect
Voor een vloeiende overgang van donker naar licht biedt
het schemeringseffect (FadeTronic) een extra bescherming
van de ogen tegen vermoeidheid en irritaties bij
nagloeiende objecten. Het biedt de ogen de tijd die ze nodig
hebben om aan de helderheid te wennen.
6
Manual Mode
7
Laserbeschermframe
8
Antiverblindingscassette
NL
35