Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop 5 te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellen,
drukt u op de tijdknop 6.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijdknop
om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn de
datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
3. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de benen
over elkaar.
102
3. Meet uw bloeddruk altijd zittend en aan de zelfde pols. U meet het
best aan de pols waaraan u de hoogste bloeddrukwaarde heeft.
4. Verwijder kleding en bijvoorbeeld uw horloge, zodat uw pols geheel
vrij is.
5. Garandeer altijd dat de manchet juist is bevestigd, zoals aange-
geven in de afbeelding geïllustreerd op de korte instructiekaart.
6. Breng de manchet comfortabel maar niet te strak aan. De manchet
zal een polsomtrek bedekken volgens de informatie in de «Techni-
sche specificaties».
7. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
8. De LED positie indicatie AR is geactiveerd. Ondersteun uw arm
zodanig dat het apparaat ontspannen ter hoogte van het hart is
gepositioneerd. Positioneer uw arm totdat het LED positie indicatie
het felst oplicht en zich in het midden van de indicator begeeft.
9. Na 5-8 seconden wordt de manchet automatisch opgeblazen.
Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het
meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
10.De meting vindt plaats tijden het oppompen van de manchet. De
snelheid waarmee de manchet wordt opgepompt kan per meting
verschillen, dit is normaal.
11.Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AN op het scherm.
12.Het resultaat, inclusief de systolische 7 en de diastolische 8
bloeddruk en de hartslagfrequentie 9 wordt weergegeven.