WELDY miniwelder geo2 Bedienungsanleitung Seite 63

Valbeveiliging bij werkzaamheden in zones met valgevaar.
Zet - als extra beveiliging tegen vallen - bij lassen op de attiek (borstwering, dakgoot) het
minilasapparaat bij de draaggreep vast aan een aanhaakvoorziening met horizontale geleiders
(bijvoorbeeld een rail- of kabelveiligheidsysteem).
Let bij de veiligheidketting erop dat alle veiligheidelementen (karabijnhaken, kabels) een minimaal
draagvermogen van 7 kN hebben in de te verwachten richtingen. U bent verplicht bij het aanhaken van
het lasapparaat een karabijnhaak met sluiting (draaigrendel of schroefsluiting) te gebruiken. Monteer en
controleer in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant alle koppelingen van de veiligheid-
ketting.
6.2 Het apparaat starten
ƒ Plaats de netsteker. Bedien daarna de Aan/Uit-schakelaar voor de verwarming en de aandrijving (14 + 17).
Selecteer temperatuur en snelheid. Zoek daarna twee smalle stukken materiaal voor een lasproef uit. De omge-
vingstemperatuur en de dikte van het materiaal hebben invloed op uw temperatuurkeuze. Die kan voor hetzelfde
materiaal dus verschillend zijn. Stel - om het beste lasresultaat te bepalen - de snelheid in op 2 m/min. Maak
daarna een aantal verschillende testnaden waarbij u telkens langzaam de temperatuur verhoogt. Zorg ervoor dat
de veiligheidsketting altijd strak gespannen is.
ƒ Bepaal de lasparameters door middel van een treksterktemeting.
ƒ Hebt u de optimale temperatuur en snelheid bepaald? Leg dan het te lassen materiaal tussen de beide aandrukrol-
len en leg de spanhendel om zodat het lasproces start.
ƒ Test de lasnaad. Wijzig zo nodig de lassnelheid met behulp van de aandrijfpotentiometer (12).
ƒ Bent u klaar met lassen? Los dan de spanhendel om de aandrukrollen niet te beschadigen. Laat de aandrukrollen
niet zonder materiaal tegen elkaar draaien.
63