3
•
•
•
•
•
•
•
•
•
104
Eerste ingebruikname
Plaats
het
bedieningsventiel
op
ventielcentrering en druk het helemaal naar
beneden.
Vul de pan tot 2/3 van de rand met water.
De pan vergrendelen (zie vorige pagina:
Vergrendeling).
Plaats de snelkookpan op de warmtebron op
maximumstand.
Zodra er stoom uit het kookventiel komt, de
warmtebron op minimumstand zetten en 20
minuten laten staan.
Wanneer de 20 minuten verstreken zijn, de
warmtebron volledig uitschakelen.
Plaats de snelkookpan onder een straal koud
water om de druk af te laten.
Wanneer er geen stoom meer uit het
kookventiel komt, het kookventiel met een
vochtige doek verwijderen en de pan openen.
Spoel het deksel en de pan af en droog ze af.
Vóór het koken
•
de
Controleer voor elk gebruik of de centreerpen
van het bedieningsventiel niet geblokkeerd is.
•
Plaats het ventiel.
•
Plaats de snelkookpan op de warmtebron op
maximumstand.
•
Zodra het kookventiel regelmatig en ononder-
broken begint te draaien, zodat er wat stoom
kan ontsnappen, is het koken begonnen.
INDIEN ER GEEN STOOM UIT HET BEDIE-
NINGSVENTIEL KOMT EN ER GEEN GELUID
WORDT GEMAAKT TIJDENS HET KOKEN:
•
De druk is niet gestegen. Dit is normaal tijdens
de eerste paar minuten van het koken.
INDIEN DIT ZO BLIJFT, controleer dan of:
•
De warmtebron sterk genoeg is. Indien niet,
verhoog deze dan.
•
De hoeveelheid vloeistof in de pan voldoende is.
•
Het ventiel correct geplaatst is, schoon en vrij
van vuil is.
•
De snelkookpan goed is afgesloten.
•
De afdichtingsring of de randen van de pan niet
beschadigd zijn.
3
105