INSTALLATIE
MONTAGE
10.6 Bliksembeveiliging
Als het gebouw reeds over een bliksembeveiligingssysteem
beschikt, moeten de collectorbehuizing, het montageframe en de
buizen worden geïntegreerd in de bestaande bliksembeveiliging.
10.6.1 Bliksembeveiliging van de collectorbehuizing
Integreer de collector via schroefinrichtingen in de
bliksembeveiliging. Gebruik voor elke collector twee
plaatschroeven van roestvrij staal (Ø 6,3 mm).
Boor de gaten (Ø 5 mm). Plaats de boorgaten op de onderste
»
kopse zijde van de collector op de plaats die in de volgende
afbeelding gearceerd is. Hou tijdens het boren van de gaten een
afstand van minstens 100 mm ten opzichte van de hoek van de
collectorbehuizing aan.
1
1 Boorgaten (Ø 5 mm)
10.6.2 Bliksembeveiliging van het montageframe
Verbind het montageframe met behulp van schroef- of
»
klemverbindingen met de bliksembeveiligingsinrichtingen.
10.6.3 Bliksembeveiliging van de buis
Sluit de buis in de onmiddellijk omgeving van de collector
»
(boven het dak) met behulp van buisklemmen aan op de
bliksembeveiliging (let op het corrosiegevaar).
10.7 Potentiaalcompensatie
Verbind de buisinstallatie overeenkomstig de geldende
»
voorschriften met de potentiaalcompensatie.
Alle buizen moeten zo kort mogelijk worden verbonden met de
potentiaalcompensatie van het gebouw.
10.8 Expansievat
Stel het drukexpansievat in op een voordruk van 0,3 MPa (3 bar).
»
10.9 Buizen spoelen
Voor u de collectoren aansluit, dient u het in het gebouw
geïnstalleerde buissysteem grondig met water te spoelen, zodat
er geen vreemde voorwerpen in de installatie achterblijven.
Spoel de installatie met drinkwater en niet met
!
warmtedragervloeistof.
72
| SOL 27 BASIC
Let op dat er geen vorst is als de installatie met water
!
wordt gespoeld.
Om te spoelen dient u een krachtige pomp met een werkdruk van
ongeveer 0,4 MPa (4 bar) te gebruiken.
Als alternatief kunt u ook een boormachinepomp gebruiken.
1
2
1 Compacte zonne-installatie
2 Warmtedragervloeistof
3 Filter
4 Vulpomp
Mogelijke werkwijze:
Sluit de watertoevoer aan op de KFE-kraan onder de manometer.
»
Sluit de waterafvoer aan op de KFE-kraan onder de debietmeter.
»
Verbind de zonneaanvoer en de zonneretour met behulp van een
»
waterslang. Deze vervangt de collectorbuis, die pas later wordt
aangesloten. Op die manier wordt vermeden dat er tijdens het
spoelen verontreinigingen in de collectorbuis binnendringen.
Sluit het instelventiel in het zonnestation door de sleuf van
»
de debietinstelschroef (boven de debietindicator) naar de
horizontale positie te draaien. Op die manier is verzekerd dat
de volledige installatie wordt doorstroomd.
Zet de zwaartekrachtrem buiten dienst door de kogelkraan naar
»
de 45°-stand te draaien.
Sluit de afsluitkranen voor de ontluchters.
»
Spoel de buizen gedurende minstens 15 minuten.
»
Na het spoelen opent u het instelventiel in het zonnestation door
»
de sleuf van de debietinstelschroef (boven de debietindicator)
naar de verticale positie te draaien.
Verwijder de slang die u ter vervanging van de collectorleiding
»
heeft gebruikt, en laat de buizen leeglopen.
10.10 Aansluiten van de collectoren en dakdoorvoer
Sluit het collectorveld met twee flexibele gegolfde buizen van
roestvrij staal aan op de gespoelde buisinstallatie.
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
WWW.STIEBEL-ELTRON.COM