Modbus-aansluiting
De Elexant 650c-Modbus kan worden aangesloten op een
gebouwbeheersysteem (BMS) met behulp van een afgeschermde,
gedraaide 2-aderige kabel MONI-RS485-WIRE (PCN 549097-000)
(max. 1000 m) voor de master/slave-aansluiting en BMS.
Optionele module
SM-TF130-DI is een externe module voor de ijzelfunctie in combinatie
met GM-TA-AS of NTC-SENSOR-10M en voor de digitale alarmingang van
het paneel.
3. WERKING
Als de Elexant 650c-Modbus niet is geprogrammeerd, start de unit op
met een intuïtief snelstartmenu. Modbus-registerkaart voor Elexant
650c-Modbus kan worden gedownload van www.nVent.com/RAYCHEM.
Een ijzelfunctie is beschikbaar bij gebruik van de SM-TF130-DI. De
ijzelfunctie is alleen van toepassing op opritverwarming. Deze functie is
niet van toepassing op dakverwarming.
De oprit kan worden voorverwarmd om de risico's op ijzel te
minimaliseren als:
1. de door de grondsensor gemeten 18-urige grondtemperatuur daalt
tot onder de ingestelde 18-urige grondtemperatuur en gedurende 18 uur
op dit niveau blijft. Als twee grondsensoren aan één verwarmingscircuit
zijn toegewezen, vergelijkt de ijzelfunctie de lagere temperatuur met de
instelwaarde van de 18-urige grondtemperatuur.
en
2. de omgevingstemperatuur sneller stijgt dan de ingestelde
gradiëntwaarde in K/h (standaard 2 K/h, bereik 0,5 K/h tot 4 K/h). Als
twee verwarmingscircuits zijn geconfigureerd voor opritverwarming, zijn
beide verwarmingscircuits onafhankelijk van de ijzelfunctie. Het werkt
mogelijk op verwarmingscircuit 1 en niet op verwarmingscircuit 2.
De externe module SM-TF130-DI is vereist om de back-up-sensormodus
te activeren en de instelwaarde van de back-up-sensormodus in
te stellen. De sensor van de externe module SM-TF130-DI wordt
gebruikt als back-upsensor als de grond-/daksensor defect is, maar
de foutmelding voor de grond-/daksensor wordt dan nog steeds
weergegeven. Back-up-sensormodus: de uitgang wordt bekrachtigd als
de omgevingstemperatuur gelijk is aan of lager is dan de instelwaarde
van de back-upsensor.
Controleer bij het instellen van de instelwaarde de droge waarde,
die wordt weergegeven op de sticker op de sensorkabel. Volgens
aanbeveling van nVent, moet de instelwaarde +3 tot +4 hoger zijn dan
de waarde die op de sensor wordt weergegeven. Als er bijvoorbeeld de
waarde 4 op de sensor wordt vermeld, moet de ingevoerde instelwaarde
7 of 8 bedragen.
Opmerking: De voorprogrammering van de controller kan worden
uitgevoerd met een externe powerbank, bijv. RAYCHEM-PB-POWERBANK
(PCN 1244-020365), voor het geval er ter plaatse geen voeding aanwezig
is tijdens de installatie van de controller/het paneel.
nVent.com/RAYCHEM
EN
DE
FR
NL
NL
DA
FI
NO
SV
CZ
LT
PL
RU
IT
ZH
|
29