7.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Bevestig deze in-
dien nodig opnieuw.
7.4
Binnenunit elektrisch op de buitenunit
aansluiten
B
N(1)
2
3
UID
LIQ
C
S
GA
C
UID
LIQ
B
S
GA
B
UID
LIQ
A
S
GA
A
1.
Sluit de leiding volgens het bijbehorende schakel-
schema (→ Bijlage C)op de klemmenstrook (1) aan
.
2.
Monteer de voormantel. Ga daarbij in omgekeerde
volgorde te werk als bij de demontage van de voor-
mantel. (→ Hoofdstuk 5.3)
8
Overdracht aan de gebruiker
▶
Toon de gebruiker na de installatie de posities en de
functies van de beveiligingen.
▶
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
volgens de opgegeven intervallen te laten onderhouden.
▶
Als u meer dan één binnenunit in gebruik hebt, program-
meer dan dezelfde bedrijfswijze (verwarmen of koelen).
Anders komt het tot een conflict van de bedrijfswijzen en
aan de binnenunits wordt een foutmelding weergegeven.
164
1
A
9
Verhelpen van storingen
Storingen herkennen en verhelpen (→ Bijlage A)
Foutcodes (→ Bijlage B)
9.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
10 Inspectie en onderhoud
10.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht. Afhankelijk van de resultaten van de inspectie kan
een vroeger onderhoud nodig zijn.
10.2
Product onderhouden
Eén keer maandelijks
▶
Controleer de luchtfilter op netheid.
–
De luchtfilters zijn uit vezels vervaardigd en kunnen
met water worden gereinigd.
Halfjaarlijks
▶
Demonteer de mantel van het product.
▶
Controleer de warmtewisselaar op netheid.
▶
Verwijder alle vreemde voorwerpen van het lamellen-
oppervlak van de warmtewisselaar die de luchtcirculatie
kunnen hinderen.
▶
Verwijder het stof met een persluchtstraal.
▶
Was en borstel deze voorzichtig met water af en droog
deze dan met een persluchtstraal.
▶
Controleer of de condensafvoer niet gehinderd wordt,
omdat dit een correcte waterafvoer zou kunnen hinderen.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000011839_01