ims PRO NEOCUT 105 Bedienungsanleitung Seite 80

AANBEVELINGEN VOOR HET EVALUEREN VAN DE ZONE EN HET INSTALLEREN VAN HET LASMATERIAAL
De gebruiker is verantwoordelijk voor het installeren en het gebruik van het boogsnij-materiaal, volgens de instructies van de fabrikant. Als er
elektromagnetische storingen worden waargenomen, is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker van het snijmateriaal om deze problemen op te
lossen, met behulp van de technische dienst van de fabrikant. In bepaalde gevallen kan dit een eenvoudig aarding van het snij-circuit zijn. In andere
gevallen kan het noodzakelijk zijn om een elektromagnetisch scherm met filters te creëren rondom de stroombron en het te snijden voorwerp. In ieder
geval moeten de elektro-magnetische storingen worden beperkt tot een aanvaardbaar niveau.
Evaluatie van de snij-zone
Voordat het materiaal wordt geïnstalleerd moet de gebruiker de mogelijke elektro-magnetische problemen in de aangrenzende zones evalueren. Het
volgende moet in acht worden genomen :
a) de aanwezigheid van andere voedingskabels, besturingskabels en telefoonkabels boven, onder en naast het snijmateriaal;
b) ontvang- en zendapparatuur van radio en televisie;
c) computers en overige besturingselektrinoca;
d) belangrijk veiligheidsmateriaal, bijvoorbeeld voor industriële beveiliging ;
e) de gezondheid van personen die dichtbij het apparaat werken, in het bijzonder personen met een pace-maker of een gehoorapparaat;
f) meetmateriaal of materiaal dat wordt gebruikt voor het kalibreren van apparatuur;
g) de immuniteit van de overige apparatuur aanwezig in de omgeving.
De gebruiker moet zich ervan verzekeren dat het andere materiaal dat in de buurt wordt gebruikt compatibel is. Dit kan extra veiligheidsmaatregelen
vereisen :
h) het moment waarop het lassen of andere activiteiten uitgevoerd kunnen worden.
De afmetingen van de aangrenzende zone die in acht moet worden genomen hangt af van de structuur van het gebouw en de overige werkzaamheden
die er verricht worden. Deze zone kan groter zijn dan het gebouw waarin de werkzaamheden plaatsvinden.
Evaluatie van de snij-zone
Naast een evaluatie van de zone kan een evaluatie van de snij-installaties helpen bij het vaststellen van en het oplossen van storingen. De evaluatie
van de emissies moet in situ worden geëvalueerd, zoals vastgelegd in Artikel 10 van de CISPR 11. De metingen in situ kunnen ook helpen bij het
bevestigen van de effectiviteit van de genomen maatregelen.
AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE METHODES OM ELEKTROMAGNETISCHE STRALING TE REDUCEREN
a. Openbare stroomnetwerk : Het snijmateriaal moet aangesloten worden op het openbare stroomnetwerk volgens de aanbevelingen van de
fabrikant. Als er storingen ontstaan, kan het nodig zijn om extra voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het filteren van het openbare stroomnetwerk.
Er moet overwogen worden om de voedingskabel in een metalen geleiding (of een daaraan gelijkwaardig materiaal) af te schermen. De elektrische
continuïteit van de afscherming moet over de hele lengte gewaarborgd worden. De afscherming moet vanaf de stroombron plaatsvinden, om zo een
goed elektrisch contact te waarborgen.
b. Het onderhoud van de stroombron : het materiaal moet volgens de aanwijzingen van de fabrikant onderhouden worden. Alle openingen,
kleppen enz. moeten afgesloten en correct vergrendeld zijn wanneer het materiaal in werking is. Het materiaal mag op geen enkele manier gewijzigd
worden, met uitzondering van de wijzigingen en afstellingen zoals vermeld in de instructies van de fabrikant. De vonkenbrug moet afgesteld en
onderhouden worden volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
c. Kabels : de kabels moeten zo kort mogelijk zijn, en zo dicht mogelijk bij elkaar op de grond worden geplaatst.
d. Potentiaalvereffening : er moet overwogen worden om alle metalen voorwerpen van de omliggende zone te verbinden. Metalen objecten die
aan het werkstuk verbonden zijn vergroten het risico op elektrische schokken als de gebruiker tegelijkertijd deze elementen en de elektrode aanraakt.
Het wordt aangeraden om de lasser te isoleren van dit soort metalen voorwerpen.
e. Aarding van het te snijden voorwerp : Wanneer het te aarden voorwerp niet geaard is, vanwege z'n omvang of de plaats waar het zich bevindt,
zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij scheepsrompen of grote metalen structuren, kan een aarding van het werkstuk, in sommige gevallen maar
niet altijd, de emissies verkleinen. De aarding van voorwerpen die het risico op ongelukken en verwondingen van de gebruiker en materiële schade
vergroten wordt afgeraden. Indien nodig moet het te snijden onderdeel direct geaard worden, maar in sommige landen, waar een directe aarding niet
is toegestaan, moet de verbinding worden gemaakt met een geschikte condensator, die de plaatselijke wetgeving respecteert.
f. Beveiliging en afscherming : De selectieve beveiliging en afscherming van overige kabels en materiaal in de omliggende zone kan eventuele
storingen verminderen. De beveiliging van de gehele laszone kan worden overwogen voor speciale toepassingen.
TRANSPORT EN VERVOER VAN DE STROOMBRON
De stroombron is uitgerust met twee handgrepen waarmee het apparaat door twee personen gedragen kan worden. Pas op :
onderschat het gewicht niet. De handgrepen kunnen worden gebruikt als een hefmiddel.
INSTALLATIE VAN HET MATERIAAL
• Plaats de stroombron op een ondergrond met een helling van minder dan 10°.
• Voorzie voldoende ruimte om de stroombron correct te ventileren, en om toegang te hebben tot de bediening van het apparaat.
• Niet gebruiken in een omgeving met geleidende metalen deeltjes.
Dit materiaal heeft beveiligingsklasse ip23, dit betekent :
- een beveiliging tegen de toegang tot gevaarlijke onderdelen met een solide voorwerp mat een diameter van <12,5 mm
- een beveiliging tegen vallende regendruppels (60° ten opzichte van een verticale lijn).
Dit materiaal kan buiten worden gebruikt, in overeenstemming met de beveiligingsklasse ip23.
80
De voedingskabels, verlengsnoeren en snijkabels moeten volledig afgerold worden om oververhitting te voorkomen.
NEOCUT 105 / 125
Gebruik nooit de kabels of de toorts om het apparaat mee te verplaatsen. Het apparaat moet tijdens het vervoer
verticaal worden gehouden.
Het apparaat niet boven mensen of voorwerpen tillen.
NL