EINHELL GE-WS 18/10 Li-Solo Originalbetriebsanleitung Seite 94

Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.3 Accu-capaciteitsindicatie (afbeelding 5)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (pos. A). De accu-capaciteitsindicatie (pos.
B) signaleert u de laadtoestand van de accu aan
de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
5.4 Sproeimiddel bereiden en reservoir vullen
Schakel het apparaat uit en verwijder de accu.
Instructies:
•
Sproeimiddel altijd bereiden en gebruiken
volgens de aanwijzingen van de producent.
De hoeveelheid moet worden gekozen al
naargelang de daadwerkelijke behoefte.
•
Sproeimiddelen moeten een waterige consis-
tentie bezitten.
•
Het sproeimiddelreservoir kan met maximaal
1,0 liter vloeistof worden gevuld.
•
Pesticiden nooit bereiden in woonruimtes,
Anl_GE_WS_18_10_Li_SPK13.indb 94 Anl_GE_WS_18_10_Li_SPK13.indb 94
NL
stallingen of opslagruimtes voor levens-
middelen en voeder, maar uitsluitend in de
openlucht.
•
Sproeimiddelen kunnen in een apart reservoir
bereid en goed voorgemengd, en daarna in
het reservoir van de druksproeier gegoten
worden.
•
Bij de inzet van sproeimiddelen die zijn bereid
op basis van plantaardige preparaten, moe-
ten deze vloeistoffen worden gefilterd alvor-
ens ze in te gieten.
•
Reinig het apparaat onmiddellijk na elk ge-
bruik. Alleen zo blijven de vloeistof geleiden-
de componenten van het apparaat schoon en
gaan ze niet vastkleven. Vastgekleefde com-
ponenten kunnen tot een defect leiden.
1. Zet de druksproeier op een vlakke onder-
grond. Klap de afsluitingen van het reservoir
(afb. 6, pos. 5) naar boven en til het motordeel
van het sproeimiddelreservoir af. Het sproei-
middelreservoir bevat max. 1 liter.
2. Giet het reeds voor het sproeien toebereide
middel in het sproeimiddelreservoir. Gebruik
daarvoor indien nodig een passende trechter.
Zet het motordeel weer op het sproeimiddel-
reservoir.
3. Breng aan het sproeimiddelreservoir de
benaming van het gebruikte sproeimiddel
aan.
6. Bediening
6.1 Inschakelen
Druk op de Aan/Uit-schakelaar (afb. 1, pos. 2).
6.2 Uitschakelen
Laat de Aan/Uit-schakelaar (afb. 1, pos. 2) los.
6.3 Sproeien
WAARSCHUWING!
Neem het bijgevoegde boekje met de veiligheids-
instructies in acht.
•
Sproei niet met een te brede straal recht-
streeks op de planten of andere voorwerpen.
6.3.1 Sproeistraal instellen
Aan het mondstuk kan de sproeistraal van punt-
vormig tot waaiervormig (fi jne sproeinevel) voor
een groter vlak worden ingesteld.
- 94 -
31.01.2023 11:48:12 31.01.2023 11:48:12