Navkom Bioreader Bedienungsanleitung Seite 172

NL
JUISTE PLAATSING VAN DE VINGER OP DE SENSOR
1
DE VINGERAFDRUK MOET MINSTENS 70% VAN HET SENSOROPPERVLAK
BEDEKKEN
Gebruikers met een kleinere vingerafdruk, zoals vrouwen en kinderen, zullen soms
wat steviger met de vinger op de sensor moeten drukken (zodat de vinger wat breder
wordt) om deze voldoende af te dekken.
2
LEG DE VINGER MIDDEN OP DE SENSOR EN WEL MET DE PLEK WAAR DE
VINGERAFDRUK HET DUIDELIJKST IS
Voor de meeste gebruikers is dit het midden van het vingerkussen, waar de lijnen
van de vingerafdruk in het middelpunt samenkomen. Bekijk daarom eerst goed de
karakteristieken van uw vingerafdruk.
3
DE MEEST VOORKOMENDE OORZAAK VAN EEN VERKEERD GELEZEN AFDRUK IS
EEN DROGE HUID.
Als u harder dan normaal op de sensor moet drukken komt dit waarschijnlijk doordat
de huid van uw vinger droog is. Dit is vooral merkbaar in de wintermaanden. Zorg
voor de normale vochtigheid van de huid met een handcrème, een bevochtings-
doekje of door even een vochtig oppervlak te beroeren; let er echter wel op dat uw
vinger niet te nat wordt.
4
DE VINGER MAG TIJDENS HET SCANNEN NIET BEWEGEN
Wacht totdat de zoemer klinkt ten teken dat het inlezen geslaagd is; pas dan kunt u
de vinger weer bewegen.
5
DE VINGERAFDRUK VAN ELKE GEBRUIKER MOET MEERMAALS WORDEN
INGELEZEN. REGISTREER OOK MEERDERE VINGERS VAN BEIDE HANDEN, OM
PROBLEMEN MET VERWONDE VINGERS TE VERMIJDEN.
Zo wordt uw vingerafdruk altijd goed ingelezen, ongeacht de toestand van uw vinger
en voorkomt u problemen mocht een van de geregistreerde vingers verwond zijn.
SENSOR REGELMATIG REINIGEN
Reinig de sensor regelmatig met een droge of vochtige doek. Vuil op het oppervlak
van de sensor kan de herkenning van vingerafdrukken aanzienlijk beïnvloeden.
332
REINIGING
WAT KAN DE VINGERAFDRUKSCANNER?
1
HIJ IS ALTIJD KLAAR VOOR GEBRUIK EN IN AFWACHTING VAN EEN VINGERAFDRUK
Wanneer de vinger op de sensor van de scanner wordt geplaatst, gaat de deur na ca. 1 seconde open.
2
TOEVOEGEN EN VERWIJDEREN VAN VINGERAFDRUKKEN
De verschillende functies worden in werking gesteld door het indrukken van de corresponderende
knoppen op het bedieningselement of met de afstandsbediening. Alle procedures worden uitvoerig in deze
handleiding beschreven.
3
FABRIEKSINSTELLINGEN TERUGZETTEN
Houd voor het verwijderen van alle vingerafdrukken uit het geheugen (inclusief die van de beheerder)
en het terugzetten van het systeem in de oorspronkelijke toestand knop R op het bedieningselement 10
seconden lang ingedrukt.
4
OPENEN VAN EEN EXTRA DEUR (RELAIS 2) - bedieningselement ingebouwd in het
deurprofiel, DIN-bedieningselement in de schakelkast
Mogelijkheid voor het openen van een zijdeur of garagedeur. Bij het registreren van iedere vingerafdruk
kan hieraan ook het activeren van relais 2 worden toegewezen. Een uitvoeriger beschrijving van deze extra
functie vindt u in de sectie "RELAIS 2".
5
VEILIG GEBRUIK
Zonder de beheerder kunnen geen vingerafdrukken worden geregistreerd, terwijl de communicatie tussen
de scanner en het in de deurvleugel aangebrachte bedieningselement voor het openen van het slot met een
256-bits codering beveiligd is.
Wanneer het toevoegen of verwijderen van vingerafdrukken niet wordt bevestigd, wordt elke functie na
twee minuten automatisch ONDERBROKEN.
Wanneer de sensor zevenmaal achtereen de ingevoerde vingerafdruk niet detecteert, wordt de scanner
gedurende 30 seconden geblokkeerd. Na 7 mislukte pogingen wordt het blokkeren van de scanner telkens
met 30 seconden verlengd tot een maximum van 5 minuten. Wanneer de scanner de vingerafdruk met
succes detecteert, wordt deze verlengingsreeks geannuleerd.
NL
333