Rij-Beschrijving Richting; Zekeringen - AL-KO solo R13-72.5 HD Betriebsanleitung

nl
Rij- Beschrijving
richt-
ing
Druk het rechterpedaal (09/1) in om
Voo- vooruit te rijden. Hoe dieper u het pe-
ruit daal indrukt, hoe sneller de zitmaaier
vooruitrijdt.
Druk het linkerpedaal (09/2) in om
achteruit te rijden. Hoe dieper u het
pedaal indrukt, hoe sneller de zit-
maaier achteruitrijdt.
ADVICE
Wanneer ook tijdens het ach-
teruitrijden moet worden ge-
maaid, moet op voorhand
de knop voor achteruitmaaien
Achte-
(07/2) worden ingedrukt.
ruit
Bij
maaiwerking moet de knop
voor achteruitmaaien (07/2)
niet worden ingedrukt.
Maaibedrijf tijdens achteruitrijden:
zie hoofdstuk 'Knop voor achteruit-
maaien".
Hendel voor maaihoogte-instelling (02/1)
Met deze hendel stelt u de maaihoogte in een be-
reik van 30 tot 80 mm in 7 stappen in. Bevindt de
hendel zich in de bovenste stand (positie A), is
de maaihoogte het hoogst. Bevindt hij zich in de
onderste stand (positie B), is de maaihoogte het
laagst.
Handel als volgt om de maaihoogte te verande-
ren:
1. Druk de hendel naar buiten.
2. Beweeg de hendel naar boven en beneden
tot in de gewenste stand.
3. Druk de hendel naar binnen om hem in de ge-
kozen stand vast te klikken.
ADVICE
Klik de hendel altijd in de gekozen stand
vast, zodat het maaiwerk gefixeerd is en
niet onverwachts beweegt.
Hendel om de hydrostatische transmissie
(01/1) te blokkeren en deblokkeren
Deze hendel bevindt zich naast het linker achter-
wiel en omvat twee standen die door één plaatje
worden aangeduid:
68
achteruitrijden zonder
Po- Beschrijving
si-
tie
A Hendel is ingedrukt. De hydrostatische
transmissie is in werking, d.w.z. klaar om
te rijden en te maaien.
B Hendel is uitgetrokken. De hydrostati-
sche transmissie is niet in werking. De zit-
maaier kan bij uitgeschakelde motor wor-
den verschoven.
LET OP!
Risico op materiële schade!
Door de hendel bij draaiende motor
te gebruiken, kan de hydrostatische
transmissie worden beschadigd en
kan de zitmaaier wegrollen.
Gebruik de hendel van de hydrostatische
transmissie uitsluitend wanneer de mo-
tor uitgeschakeld is en de parkeerrem
aangetrokken.

ZEKERINGEN

De zekeringen bevinden zich aan de voorkant
van de zitmaaier onder de voorste toegangsklep
(10/1).
Volgende zekeringen zijn aanwezig:
Ze- Beschrijving
ke-
ring
F1 Sterkte: 5 A. Zekering ter beveiliging van
(10/2) de algemene stroomcircuits en van de
stroomcircuits van de elektronische con-
trolekaart. Wanneer deze zekering door-
brandt, stopt de motor en dooft het con-
trolelampje op het instrumentenpaneel.
F2 Sterkte: 15 A. Zekering ter beveiliging
(10/3) van het laadcircuit. Wanneer deze ze-
kering doorbrandt, vermindert de lading
van de accu stapsgewijze en ontstaan
startproblemen.
F3 Sterkte: 100 A. Zekering ter beveiliging
(10/4) van het startsysteem. Wanneer deze ze-
kering doorbrandt, werkt het startsys-
teem niet meer.
Het betreft vlaksteekzekeringen voor motorvoer-
tuigen. Handel als volgt om de zekeringen te con-
troleren en te vervangen:
Bedieningselementen