Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Transport; Onderhoud - Scheppach HS100S Originalanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HS100S:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
10.1 Uitvoeren van langssneden (afb. 19)
Hierbij wordt een werkstuk in lengterichting doorsne-
den. Eén kant van het werkstuk wordt tegen de paral-
lelaanslag (15) geduwd terwijl de vlakke zijde op de
zaagtafel (1) ligt. De zaagbladafdekking (4) moet altijd
op het werkstuk worden neergelaten. De werkstand
tijdens het zagen in lengterichting mag nooit in één
lijn met het verloop van de snede zijn.
- Parallelaanslag (15) afstellen naargelang van de
hoogte van het werkstuk en de gewenste breedte
(zie 9.4).
- Zaag aanzetten.
- Handen met gesloten vingers plat op het werkstuk
leggen en het werkstuk langs de parallelaanslag
(15) het zaagblad (3) in schuiven.
- Met de linker of rechter hand (naargelang de positie
van de parallelaanslag) zijdelings geleiden, maar
enkel tot de voorkant van de zaagbladafdekking (4).
- Werkstuk steeds tot het einde van het splijtwig (6)
doorschuiven.
- De snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen tot het
zaagblad (3) opnieuw tot stilstand is gekomen.
- Lange werkstukken aan het einde van het snijden
beveiligen tegen neerkantelen! (b.v. afrolstandaard
etc.)
10.1.1 Snijden van smallere werkstukken (afb. 20)
Langssneden van werkstukken met een breedte van
minder dan 120 mm moeten zeker met gebruikmaking
van een schuifstok (9) worden uitgevoerd. Schuifstok
is niet bij de levering begrepen. Versleten of bescha-
digde schuifstok onmiddellijk vervangen.
• Stel de parallelaanslag overeenkomstig de beoog-
de werkstuk breedte. (zie 9.4)
• Gebruik het werkstuk met beide handen verschui-
ven, in het gebied van het zaagblad se een schuif-
stok (9) en stuwkracht hulp.
• Werkstuk altijd door te stoten tot het einde van de
splijtwig.
Let op! Bij korte werkstukken moet de schuifstok
m
worden gebruikt.
10.1.2 Uitvoeren van schuine sneden (afb. 21)
Schuine sneden worden principieel uitgevoerd mits
gebruikmaking van de parallelaanslag (15).
- Zaagblad op de gewenste hoekmaat afstellen. (zie
9.3)
- Parallelaanslag (15) afstellen naargelang de breed-
te en de hoogte van het werkstuk (zie 9.4).
- Snede conform de werkstukbreedte uitvoeren (zie
10.1)
10.2 Uitvoeren van dwarssneden (afb. 22)
- Dwarsaanslag (7) in één van de beide groeven
(31a/b) van de zaagtafel schuiven en op de ge-
wenste hoekmaat afstellen (zie 9.5).
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
Indien het zaagblad (3) bovendien schuin wordt
gesteld, moet die groef (31a) worden gebruikt die
voorkomt dat uw hand en de dwarsaanslag met de
zaagbladafdekking in contact komen.
- Indien aanslagrail gebruiken.
- Werkstuk hard tegen de dwarsaanslag (7) drukken.
- Zaag aanzetten.
- Dwarsaanslag (7) en werkstuk naar het zaagblad
toe schuiven teneinde de snede uit te voeren.
Let op!
Hou altijd het geleide werkstuk vast, nooit het
vrije werkstuk dat afgesneden wordt.
- Dwarsaanslag (7) altijd blijven vooruitschuiven tot
het werkstuk helemaal is doorgesneden.
- Zaag weer uitzetten. Zaagafval pas verwijderen als
het zaagblad stilstaat.
10.3 Snijden van spaanderplaten
Om het uitbreken van de snijkanten bij het snijden
van spaanderplaten te voorkomen moet het zaagblad
(3) niet hoger dan 5 mm boven werkstukdikte worden
afgesteld (zie ook punt 9.2).

11. Transport

1. Schakel het elektrische gereedschap voordat alle
vervoersdiensten en de stekker uit het stopcon-
tact.
2. Breng de machine ten minste twee mensen, niet
de tafel extensies niet aan.
3. Bescherm de machine tegen schokken, stoten en
sterke trillingen, bv tijdens het transport in voertui-
gen.
4. Zorg ervoor dat het toestel niet kan verschuiven,
sjor het toestel goed vast.
5. Gebruik bescherminrichtingen nooit voor de han-
tering of het transport.

12. Onderhoud

m Onderhoud! Telkens voor het instellen, het uit-
voeren van onderhoud of reparaties de stekker uit
het stopcontact trekken!
12.1 Algemene onderhoudswerkzaamheden
- Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiespleten
en het motorhuis zo veel mogelijk vrij van stof en
vuil. Wrijf het toestel met een schone doek af of
blaas het met perslucht bij lage druk schoon.
- Het is aan te bevelen het toestel onmiddellijk na elk
gebruik schoon te maken.
- Maak het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de kunst-
stofdelen van het toestel kunnen aantasten. Zorg
ervoor dat geen water binnen in het toestel terecht
kan komen.
NL | 97

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

5901310901590131090359013109055901310946

Inhaltsverzeichnis