Ottobock Genium Protector 4X880 Gebrauchsanweisung Seite 47

6.2.2 Protector inkorten - definitief inkorten
1) Verwijder de crêpe-tape en de achtersluiting van de al ingekorte Protector.
2) Open de bovensluiting van de Protector.
3) Rek de Protector op en bevestig hem om het kniescharnier (zie afb. 4).
INFORMATIE: De twee bevestigingselementen van de hoofdcomponent van de Protec­
tor (aan de zijkant ter hoogte van de bovensluiting) moeten vast komen te zitten aan
het frame-element van het kniescharnier (zie afb. 5).
4) Sluit de bovensluiting.
→ Het bevestigingselement ter hoogte van de bovensluiting moet vast komen te zitten aan
het frame-element van het kniescharnier (zie afb. 14).
→ Druk de Protector met beide handen licht samen.
→ Haak de beide bevestigingselementen van de bovensluiting in het frame van het knie­
scharnier.
→ Duw de bovensluiting na het inhaken met de duim naar onderen (zie afb. 15).
5) Markeer afhankelijk van de gebruikte maat voetmanchet de volgende afstanden op ten minste
drie punten op de Protector (zie afb. 6):
INFORMATIE: De afstanden moeten worden gemeten vanaf het aansluitvlak van de
voet, zodat er parallel aan het aansluitvlak van de voet een snijrand ontstaat. Hierdoor
kan de voetmanchet het hoofdonderdeel van de Protector optimaal overlappen (zie
pagina 48).
• Maat S: 110 mm
• Maat M: 120 mm
• Maat L: 125 mm
6) Verwijder de Protector.
7) Sluit de bovensluiting en de achtersluiting (zie afb. 7).
8) Plak de Protector boven de markering af met crêpe-tape.
9) Kort de Protector met de vibratie- of lintzaag langs de onderkant van het crêpe-plakband in
(zie afb. 8).
INFORMATIE: Let erop dat de sluitingen niet verschuiven tijdens het zagen.
10) Braam de zaagsnede af.
LET OP
Stabiliteitsverlies door te ver inkorten van de Protector
Geen grip voor de Protector op het kniescharnier.
De Protector mag maximaal tot kort voor de gemerkte rib ingekort worden (zie afb. 3).
►
Aanvullende aanwijzing voor het gebruik van een torsieadapter
► Verwijder de profielribben aan de binnenkant van de Protector met daarvoor geschikt gereed­
schap (zie afb. 9).
6.3 Protector en voetmanchet monteren
6.3.1 Voetmanchet monteren
1) Haal de prothesevoet van de buisadapter af.
Schroef daarvoor de twee diepst ingeschroefde stelbouten die niet tegenover elkaar liggen
eruit. Markeer de beide stelbouten.
2) Trek de voetmanchet over de buisadapter (zie afb. 10).
3) Monteer de prothesevoet weer aan de buisadapter (zie afb. 11).
Bestrijk de twee stelbouten met Loctite® 241 en draai ze in.
4) Plaats de clips van de voetmanchet op de voetovertrek en positioneer de naad daarbij posteri­
or.
47