LORCH MicorTIG 200 DC BasicPlus Bedienungshandbuch Seite 78

druktoets gedurende minstens 2 seconden
worden ingedrukt.
27 Druktoets Bedrijfsmodus / Slopes
dient om de bedrijfsmodus TIG 2-takt/4-
takt en de functie Slopes te selecteren.
Om de functie Slopes te selecteren, moet
de druktoets min. 2 sec. worden ingedrukt.
28 Druktoets Aan/Uit (2 sec.)
Schakelt het apparaat in of in de stand-by-
modus.
Led brandt in ingeschakelde toestand, knip-
pert in de stand-bymodus.
29 Druktoets Nevenparameters / Machinecon-
figuratie / Gastest
Door kort op de druktoets te drukken,
wordt het menu Nevenparameters geacti-
veerd.
15 Lasproces
15.1 Elektrode
Controleer voor het inschakelen of de
elektrodehouder of de elektrode de
lastafel, het werkstuk of een ander elek-
trisch geleidend voorwerp niet raakt,
zodat u bij het inschakelen niet onbe-
doeld een vlamboog ontsteekt. Een
onbedoeld ontstoken vlamboog kan
de elektrodehouder, de lastafel, het
werkstuk of het apparaat beschadigen.
Installatie inschakelen
 Druk gedurende 2 sec. op de druktoets Aan/Uit
28 om de installatie in te schakelen.
 Houd de druktoets 26 ten minste 2 seconden
ingedrukt.
9 Het symbool elektrode (led 21) brandt.
 Stel met behulp van bedieningsknop 19 de ge-
wenste lasstroom in.
Vlamboog ontsteken
 Raak het werkstuk even aan op de plaats die
moet worden gelast, en hef de elektrode enigs-
zins op.
9 De vlamboog brandt tussen het werkstuk en de
elektrode.
- 76 -
In het menu Nevenparameters kan door
nog eens 2 sec. te drukken het menu Ma-
chineconfiguratie worden geactiveerd.
Met een korte druk op de druktoets wordt
één menuniveau tegelijk beëindigd.
Als een druktoets langer dan 2 sec. wordt
ingedrukt, wordt een gastest gedurende ca.
30 sec. gestart.
30 Led Weergave-eenheden
geven aan of op het 7-segmentsdisplay 31
waarden in ampère, procent, hertz of se-
conden worden weergegeven.
31 7-segmentsdisplay
geeft de gekozen stroomsterkte aan.
Wanneer de menu's zijn geactiveerd, wor-
den de code en de instelwaarde van de
parameter afwisselend weergegeven.
Pulsen
 Druk op druktoets 26 tot het symbool Pulsen
(LED 23) is verlicht.
 Roep de nevenparameters op (zie '16 Nevenpa-
rameter' op blz. 78).
 Selecteer de nevenparameter Tweede-energie
(2.E).
 Stel de gewenste tweede-stroomwaarde via de
bedieningsknop 19 in. De instelwaarde is geba-
seerd op de hoofdstroom I
 Selecteer de nevenparameter Pulsfrequentie
(PuF).
 Stel de gewenste pulsfrequentie via de bedie-
ningsknop 19 in.
 Selecteer de nevenparameter Pulsschakelver-
houding (PuB).
 Stel de gewenste pulsschakelverhouding
via de bedieningsknop 19 in. De instelwaar-
de is gebaseerd op de hoofdstroom I
Voorbeeld: 60 % komt overeen met de aande-
len 60 % hoofdstroom I
gie I .
2
 Verlaat de nevenparameters.
909.4039.9-03
Lasproces
in %.
1
in %.
1
en 40 % tweede-ener-
1
04.19