Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie; Startpunten Instellen - Stihl RMI 632 Gebrauchsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RMI 632:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
of een vraagteken geeft aan dat de
robotmaaier geen verbinding met internet
heeft. (
11.3), (
11.17)
GPS-ontvangst
(RMI 632 C, RMI 632 PC):
GPS-coördinaten van de
robotmaaier. (
11.17)

11.13 Installatie

1. Corridor:
Verplaatste rit naar docking in- en
uitschakelen.
Bij een ingeschakelde corridor rijdt de
robotmaaier naar binnen verplaatst langs
de begrenzingsdraad terug naar het
dockingstation.
Er kunnen drie varianten worden
gekozen:
Uit – standaardinstelling
De robotmaaier rijdt op de
begrenzingsdraad.
Smal – 40 cm
De robotmaaier rijdt afwisselend op de
begrenzingsdraad of 40 cm verplaatst.
Breed – 40 - 80 cm
De afstand tot de begrenzingsdraad wordt
bij elke rit naar het begin binnen deze
corridor willekeurig gekozen.
In combinatie met een extern
dockingstation, alsmede met
doorgangen en vernauwingen,
moeten voor een verplaatste rit
naar docking zoeklussen worden
geïnstalleerd. (
12.12)
Houd voor de verplaatste rit naar
docking een minimale draadafstand
van 2 m aan.
2. Startpunten:
De robotmaaier begint het maaien
bij het dockingstation
(standaardinstelling) of bij een startpunt.
334
Startpunten moeten worden gedefinieerd,
– als deelzones gericht moeten worden
behandeld, omdat ze onvoldoende
worden bewerkt,
– als zones alleen via een doorgang
bereikbaar zijn. Leg in deze deelzones
minstens één startpunt vast.
RMI 632 C, RMI 632 PC:
Aan de startpunten kan een radius
worden toegewezen. De robotmaaier
maait wanneer hij bij het betreffende
startpunt begint te maaien altijd eerst
binnen het cirkelvormige gebied rondom
het startpunt. Pas wanneer hij deze
deelzone heeft bewerkt, wordt de
maaibeurt voortgezet in de rest van het
maaivlak.
● Startpunten instellen (
3. Aanpalende gazons:
geef aanpalende gazons vrij.
Inactief – standaardinstelling
Actief – instelling wanneer op aanpalende
gazons moet worden gemaaid. In het
menu "Start" moet het maaivlak
(hoofdgazon/aanpalend gazon) worden
geselecteerd. (
12.10)
4. Randmaaien:
Leg de frequentie van het
randmaaien vast.
Nooit – de rand wordt nooit gemaaid.
Een keer – standaardinstelling; de rand
wordt een keer per week gemaaid.
Twee keer/driemaal/viermaal/vijfmaal –
de rand wordt twee/drie/vier/vijf keer per
week gemaaid.
5. Rand testen:
Start een rit langs de rand ter
controle van een goede
draadligging.
De stap "Installatie controleren" van de
installatiewizard wordt opgeroepen.
(
9.12)
Plaats ter controle van de correcte
bedrading rond een verboden zone,
de robotmaaier met de voorzijde in
de richting van de verboden zone in
het maaivlak en start een rit langs
de rand.
Tijdens het afrijden van de rand
wordt het beginbereik van de
robotmaaier gedefinieerd. Een
reeds opgeslagen beginbereik
wordt desgewenst uitgebreid.
(
6. Nieuwe installatie:
De installatiewizard wordt opnieuw
gestart, het bestaande maaischema
wordt gewist. (
11.14)

11.14 Startpunten instellen

Om in te stellen
● startpunten aanleren
of
● gewenst startpunt selecteren en
handmatig definiëren.
Startpunten aanleren:
na het indrukken van de OK-toets
start de robotmaaier een oefenrit
langs de begrenzingsdraad. Als de
robotmaaier niet is ingedockt, rijdt deze
eerst naar het dockingstation. Alle
bestaande startpunten worden gewist.
RMI 632 C, RMI 632 PC:
tijdens het aanleren wordt het
beginbereik van de robotmaaier
gedefinieerd. Een reeds
opgeslagen beginbereik wordt
desgewenst uitgebreid. (
Onderweg kunnen er door het indrukken
van de OK-toets maximaal 4 startpunten
worden vastgelegd.
14.5)
9.6)
14.5)
0478 131 9954 A - NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Rmi 632 pRmi 632 cRmi 632 pc

Inhaltsverzeichnis