Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting - Grundfos LC 231 Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für LC 231:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 69

2.3 Elektrische aansluiting

2.3.1 Kabelvereisten
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
De draden van de pompfasen dienen bestand te zijn
tegen een temperatuur van 90 °C (194 °F)..
De draden van de temperatuursensor, indien
aanwezig, dienen bestand te zijn tegen 480 V en 70 °C
(158 °F).
Uitsluitend voor de Amerikaanse markt: maak uitsluitend
gebruik van flexibele metalen leidingen (FMC).
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door Grundfos kunnen de bevoegdheid van
de gebruiker om de apparatuur te bedienen ongedaan
maken.
Dwarsdoorsneden van kabels
Type kabel
Getwijnd met ferrule Massief
Dwarsdoorsnede
[mm
Contactor voor de pomp 1.5 - 2.5
Klemmenblok voor
2.5 - 10
voeding
2.3.2 Beveiiging van regelaar en voedingskabels
De regelaar en voedingskabels moeten zijn voorzien van
overspanningsbeveiliging. De bescherming moet worden geboden
via componenten als:
zekering van smelttype gL en gG
zekering type gD
stroomonderbreker van type C.
Zie de nominale stroom voor dit specifieke product op het
typeplaatje voor het product.
Gerelateerde informatie
9. Technische gegevens
2.3.3 De pompkabels en voedingskabels aansluiten
Pompen zijn doorgaans uitgerust met PTC-/ Klixon-sensoren
(thermisch geschakeld) die bescherming bieden tegen
oververhitting. Sommigen hebben ook vochtsensoren die water in
de pomp aangeven.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
Als de nationale wetgeving een reststroomonderbreker
of equivalent vereist in de elektrische installatie, moet
deze van type B of beter zijn, vanwege de aard van de
constante DC-lekstroom.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
Schakel de voedingsspanning uit voordat u elektrische
aansluitingen maakt. U dient er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
Vergeet niet aan te geven waar de hoofdschakelaar
zich bevindt door een label of vergelijkbaar op de
regelaar te plaatsen.
Zorg dat het voltage tussen de fase en neutraal niet
hoger is dan 250 VAC.
Elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met de bedradingsschema's.
Voeg geen andere componenten toe dan weergegeven in
het bedradingsschema. Gebruik geen ongebruikte
penopeningen voor andere aansluitingen.
2
2
[AWG]
[AWG]
]
[mm
]
16-14
1.5 - 4
16-12
14-8
2.5 - 16 14-6
Alle kabelwartels en pluggen moeten worden geplaatst
nadat de installatie is voltooid.
Als de pakkingen niet vooraf op de kabelwartels zijn
gemonteerd, monteert u deze op de kabelwartels voordat
de regelaar aan de wand wordt gemonteerd.
Voor de PTC-aansluiting: sluit de derde draad
(gemeenschappelijke draad) niet aan. Het moet worden
geïsoleerd met een dop aan het kabeluiteinde.
De reststroomonderbreker moet als volgt zijn gemarkeerd:
Houd rekening met de totale lekstroom van alle elektrische
apparatuur in de installatie.
1.
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie
overeenkomen met de waarden die op het typeplaatje vermeld
staan.
2.
Houd de voedings- en pompkabels zo kort mogelijk.
3.
Controleer, voordat u de stroom inschakelt, alle voltages met
een multimeter en zorg ervoor dat het voltage tussen neutraal
en elke fase niet hoger is dan 250 VAC.
4.
Sluit de voedingskabels en pompkabels aan volgens het
relevante elektrische schema, met inbegrip van de kabels voor
de motortemperatuur- en vochtsensor, indien aanwezig. Draai
de klemschroeven tot het juiste draaimoment vast. Zie de tabel.
Opmerking: alle draden moeten binnen in de kast worden
vastgezet met kabelbinders. Alle kabelwartels moeten worden
gemonteerd en afgedicht, zelfs als ze niet in gebruik zijn, om
het juiste IP-beschermingsniveau te waarborgen.
Vergeet niet de jumper van de PTC klem te verwijderen als u
kabels aansluit van de temperatuursensor naar de PTC
klemmen.
Klemmenblok
Aanhaalmoment [Nm]
Pompcontactor
1.2 - 1.5
Voeding
1.2 - 1.5
Kabelwartels
2.5
Een draad aansluiten op een klem met veerklemmen
5.
Bind de fasekabel(s) van de pomp met kabelbinders vast aan
de beschermkap.
6.
Als er alleen een PTC-sensor aanwezig is in de pomp, moeten
de twee draden van de PTC-sensor direct worden aangesloten
op de PTC-klemmen.
325

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis