Controle Voor Het Gebruik - Spasciani SK 1203 Handbuch

•
Drukregelaar (1)
•
Cilinder met perslucht (2)
•
Ademhalingskap (3)
•
Verbindingsslang regelaar – kap (4)
•
Opbergtas voor vervoer (5)
2.1 Drukregelaar (1)
Deze bestaat uit een messing behuizing, bedrukt en verchroomd, hier bevinden zich de voorzieningen die de druk verlagen en bij
opening een gemiddelde constante toevoer toestaan (35 l/min) voor de gehele duur van de luchtreserve, die de positieve druk
behoudt binnenin de kap en, tegelijkertijd, de opeenhoping van kooldioxide verhindert.
Op de behuizing van de regelaar bevinden zich:
•
Drukindicator (a)
•
Voorziening voor snelle opening (b)
•
Aansluiting voor de ademslang (c)
•
Veiligheidsklep (d)
•
Verbinding voor het bijvullen van de cilinder (e)
2.1.1 Drukindicator (a)
De drukindicator heeft een aanwijzer met markeringen voor iedere 50 bar; tussen 0 en 10 bar is deze roodgekleurd, om aan te
geven dat de luchtreserve op aan het raken is en dat er nog circa 30 seconden autonomie zijn; tussen 10 bar en 290 bar is deze
geel en geeft de normale luchttoevoer aan; tussen 290 bar en 340 is deze groen, om aan te geven dat het apparaat vol is. Deze is
ontworpen om bestand te zijn tegen een druk van minstens 50 bar boven de maximale druk voor het vullen van de cilinder en
functioneert onafhankelijk van de vergrendelingsinrichting van de cilinder.
2.1.2 Voorziening voor snelle opening (b)
De voorziening voor snelle opening bestaat uit sluitblokken die automatisch openspringen bij verwijdering van de pal bevestigd
aan de slang; de ontkoppeling van de blokken zorgt voor het begin van de luchttoevoer.
2.1.3 Aansluiting voor de toevoerslang (c)
Hier zit de slang die zich aan de kap verbindt, waar een vernauwing de luchtdruk nog verder verlaagt tot respirabele waarden.
2.1.4 Veiligheidsklep (d)
De veiligheidsklep is een voorziening die uitsluitend in werking treedt in geval van een storing; deze opent met een druk van tussen
de 13 en 15 bar en sluit met een druk tussen de 9 en de 12 bar.
2.1.5 Verbinding voor het vullen (e)
De verbinding voor het vullen is voorzien van een dop die losgedraaid moet worden om deze te verbinden aan het vulsysteem.
Voor het vullen zijn er specifieke instructies cod. 960140RIC (het vullen mag uitsluitend gedaan worden door SPASCIANI S.p.A. of
door erkende bedrijven die specifieke cursussen hebben gevolgd om dergelijke handelingen uit te voeren en derhalve worden
deze uitsluitend bijgevoegd wanneer het product wordt verkocht met lege cilinder).
2.2 Cilinder (2)
De cilinder die de voorziening voedt, heeft een volume van 2 liter en een druk voor het vullen van 300 bar; er is een versie zowel
van staal (SK 1203 cod. 403010000) als van composiet (SK 1203 cod. 40301000C). De capaciteit bedraagt circa 560 l en de nominale
duur is meer dan 15 minuten. De bevatte lucht moet voldoen aan de eisen van de NEN-EN 12021 voor ademlucht.
2.3 Ademhalingskap (3)
De ademhalingskap is vervaardigd van een PVC-gecoat weefsel met polycarbonaat scherm en polyurethaan afdichtkraag die zich
aanpast aan alle maten en de kap op de juiste plek houdt. Binnenin de kap, scheidt een masker met in- en uitademingskleppen de
dode ruimte van die bestemd voor de ademhaling en voorkomt de opeenhoping van kooldioxide. Aan het uiteinde, dat het masker
aan de kap verbindt, zit een luchtinlaatsysteem; deze is verbonden aan de pneumatische klep die het mogelijk maakt direct de
buitenlucht in te ademen wanneer de inlaatlucht op is.
2.4 Verbindingsslang regelaar-kap (4)
De verbindingsslang, flexibel en met kleine diameter, is een middendrukslang voorzien van scharnierverbindingen die
bewegingsvrijheid aan de gebruiker geven. De schroefkoppelingen maken het makkelijk om de kap te scheiden van de
regelaargroep tijdens onderhoud, vullen of revisie, hetgeen nodig zou kunnen zijn na gebruik en voor gepland onderhoud.
2.5 Opbergtas voor vervoer (5)
De tas is vervaardigd van sterk PVC. De sluiting is met klittenband en er zitten twee grijpriemen aan de zijkant voor gemakkelijke
opening; vier garantiezegels zorgen ervoor dat gecontroleerd kan worden dat de voorziening niet geopend of gemanipuleerd is.
De tas is uitgerust met een stevige draagband voor omhangen of voor over de schouder. De tas heeft een doorzichtige kant
waardoor de drukindicator te zien is en dus het laadniveau van het apparaat. Een opvulling in de tas zorgt ervoor dat het apparaat
in de juiste positie blijft tijdens vervoer en uitname van de kap en alle gevoelige delen beschermt tegen eventuele schokken en
valpartijen.
3 INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

3.1 Controle voor het gebruik

Om te vermijden dat, op het moment van gebruik, het ademhalingstoestel slecht functioneert, is het nodig om regelmatig zowel
het laadniveau van de cilinder als de integriteit van het product visueel te controleren (zie punt 4).
Tijdens de controle van de manometer is het nodig te controleren dat de indicator in het groene gedeelte zit. Het groene gedeelte
+40
komt overeen met de 300
−10
temperaturen onjuiste signaleringen zouden kunnen geven die zich buiten het groene gedeelte bevinden zonder dat de correcte
werking van het product beïnvloed wordt (nominale duur meer dan 15 minuten). De onderstaande tabel geeft een indicatie van
de correlatie tussen omgevingstemperatuur en relatieve druk in cilinder:
-15°C 260 bar
20°C 300 bar
60°C 340 bar
Indien men zich bevindt in bijzonder zware klimaatomstandigheden wordt het aangeraden om, voor het controleren van de
effectieve vulling van de cilinder, het apparaat in een omgeving te plaatsen met een temperatuur van ca. 20°C, vervolgens
minstens 1 uur te wachten en dan de correcte stand van de indicator van de manometer te controleren, die terug zou moeten
keren in de groene zone.
3.2 De voorziening dragen en activeren
Laat het apparaat niet vallen en gooi deze niet op de grond om schade te voorkomen.
bar gemeten bij een omgevingstemperatuur van 20°C. Er wordt op gewezen dat zeer hoge of lage
19 / 24