Conrad Electronic WS 1600 Bedienungsanleitung Seite 32

Ingebruikneming
Voor de uiteindelijke in bedrijfname van het weerstation is het belangrijk, vooraf op
een plaats met veel ruimte (bijv. op een tafel) bij wijze van proef een volledige opstel-
ling van het systeem in de later gewenste configuratie van de beoogde toepassing
uit te voeren. Deze maatregel heeft ook tot doel de afzonderlijke componenten van
het apparaat op hun correcte werking te controleren, vooraleer ze definitief op hun
plaats van bestemming worden geïnstalleerd.
1. Maak eerst de verbinding tussen de regen- en de wind-
sensor en de thermo-hygro buitenzender, door de stek-
ker van beide sensoren in de overeenkomstige bus van
de thermo-hygro buitenzender te steken!
- Bus RAIN voor de regensensor
- Bus WIND voor de windsensor
2. Plaats nu eerst de batterijen in de thermo-hygro buitenzender! Zie daartoe het
hoofdstuk „Vervangen van de batterijen"!
3. Plaats daarna pas de batterijen in de basisapparaten. Zie daartoe het hoofdstuk
„Vervangen van de batterijen"!
Van zodra de batterijen zijn ingelegd, lichten alle segmenten op het LCD-display
kort op, en klinkt een signaaltoon (niet bij het temperatuurstation). Daarna worden
de tijd 0:00, de datum 1.1.05, de weersymbolen en de luchtdruk weergegeven.
4. Daarna begint het weerstation gegevens van de buitensensoren te ontvangen en
op het LCD-display weer te geven. Indien de buitentemperatuur, de luchtvochtig-
heid buiten, de windtemperatuur (windchill) en de windsnelheid niet na ong. 30
seconden zichtbaar zijn, dan moet u nogmaals de batterijen uit alle eenheden ver-
wijderen en de werkwijze nogmaals vanaf punt 1 herhalen.
5. U moet de kabels controleren op correcte verbinding en door het met de hand
verdraaien van de windopnemer, bewegen van de weervaan, kippen van de
regensensor met een hoorbare aanslag van de schakelwip, enz. de afzonderlijke
functies controleren!
6. De tijd en de datum moeten met de hand worden ingesteld! Zie daartoe het hoofd-
stuk „Tijd- en datuminstelling"!
7. Nadat het weerstation overeenkomstig de bovenstaande punten werd gecontro-
leerd op een correcte werking en in orde werd bevonden, kan worden overgegaan
tot de montage van de afzonderlijke componenten. Hierbij moet er worden op
gelet, dat de componenten op de gewenste montage- resp. opstellingsplaatsen
110
Thermo-Hygro-Außen-Sensor
Außentemperatur, Außenluftfeuchtigkeit, Wind- und Regendaten werden alle 4,5
Sekunden gemessen und übertragen. Die Wetterstation (Basisstation / Empfänger)
wird dabei für den korrekten Empfang der gesendeten Daten auf den Thermo-Hygro-
Außen-Sensor (Sender) synchronisiert. Der Sendebereich des Senders beträgt im
Normalfall bis zu 100 m und kann jedoch durch die Umgebungstemperatur beein-
flusst werden. Bei niedrigen Temperaturen kann sich die Sendeleistung vermindern.
Werden die Außenbereichsdaten nicht innerhalb von 30 Sekunden nach der Inbe-
triebnahme empfangen und angezeigt, so prüfen Sie bitte folgende Punkte:
1. Der Abstand von Empfänger und Sender zu nStörquellen wie z.B. Computermoni-
toren oder Fernsehgeräten sollte mind. 1,5 m bis 2 m betragen.
2. Vermeiden Sie, den Empfänger direkt an oder die Nähe von metallischen Türen
Sokkel voor wind-
en regensensor
oder Fensterrahmen zu platzieren.
3. Die Benutzung anderer Geräte, auf der selben Frequenz (868MHz) können die
korrekte Signalübertragung verhindern.
4. Störungen des Empfangs können auch von Nachbarn verursacht werden, die auf
der selben Frequenz (868MHz) Geräte betreiben.
5. Sichtverbindung zwischen Wetterstation uns Thermo-Hygro-Außen-Sensor z.B.
durch ein Fenster erweitert den Empfangsbereich.
Hinweis
Erfolgt eine korrekte Übertragung des 868MHz-Signals, so sollten die Batteriefächer
der Komponenten nicht mehr geöffnet werden. Es könnten sich sonst die Batterien
aus den Kontakten lösen und damit eine unerwünschte Rückstellung der gespei-
cherten Daten ergeben. Sollte dies trotzdem versehentlich vorkommen, so müssen
zur Vermeidung von Übertragungsproblemen alle Einheiten neu eingestellt werden.
Zeigt die Außenbereichsanzeige im normalen Betriebsmdus „---„, so wird die Wetter-
station die Intervalle für den Außenbereichsempfang so lange 15 Minuten, bis die
gesendeten Daten gelesen werden können. Ist dies der Fall, so stellen Sie die Emp-
fangsintervalle wieder auf 4,5 Sekunden zurück.
Ist trotz Beobachtung dieser Faktoren kein Empfang möglich, so müssen alle Kom-
ponenten neu eingestellt werden.
31