Remvloeistofniveau In Het Reservoir Controleren; Waterafscheider Legen; Parkeerrem Loszetten (Noodbediening); Reinigen - Kärcher MC 250 Handbuch

14.7.10Remvloeistofniveau in het reservoir
controleren
Remvloeistofreservoir
1
Sluiting / vulopening
2
1. Het remvloeistofpeil in het reservoir regelmatig controle-
ren.
2. Het vloeistofpeil moet tussen MIN en MAX liggen.
3. Als het remvloeistofpeil in het reservoir daalt, moet de
oorzaak worden gecontroleerd door de geautoriseerde
klantenservice. Bijvullen van remvloeistof is niet ge-
pland.
4. Verversen van remvloeistof mag alleen door de geauto-
riseerde klantenservice volgens de inspectiecontrolelijst
(ICL) worden uitgevoerd.

14.7.11Waterafscheider legen

VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding
Raak geen hete oppervlakken, zoals uitlaat, SCR-cat, mo-
tor- of aandrijvingsdelen aan.
Als de indicatie 'Water in brandstof' gaat branden, als volgt
te werk gaan.
Waterafscheider met filter
1
Sensor
2
1. Contact uitschakelen en contactsleutel uittrekken.
2. Motor voldoende laten afkoelen.
3. Reservoir met voldoende capaciteit klaarzetten.
4. Sensor op de waterafscheider losschroeven.
5. Brandstof aftappen tot geen water meer voorhanden is.
Zorg ervoor dat niet alle brandstof uit het filter in de wa-
terafscheider loopt, anders moet het brandstoffilter wor-
den verwijderd, opnieuw worden gevuld en moet het
systeem worden ontlucht.
6. Sensor weer vastschroeven.

14.7.12Parkeerrem loszetten (noodbediening)

Volgende beschrijving is alleen van toepassing, als de mo-
tor niet functioneert en er geen hydraulische druk beschik-
baar is (bijv. voor slepen of laden).
GEVAAR
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken
Laat het voertuig afkoelen voordat u eraan werkt.
LET OP
Gevaar voor ongevallen door wegrollen
Zet de parkeerrem alleen los, als het voertuig tegen weg-
rollen is beveiligd.
Schroef met kruisgreep
1
Diesel-deeltjesfilter
2
1. Vergrendeling van de linker zijbekleding met vierkante
sleutel openen.
2. Zijbekleding naar buiten zwenken.
3. Kruisgreep rechtsom draaien. Parkeerrem wordt losge-
zet.
4. Na het wegslepen: Parkeerrem weer activeren, hiervoor
de kruisgreep linksom er weer helemaal uitdraaien.

14.8 Reinigen

14.8.1Voertuig reinigen

Voertuig dagelijks na einde van het werk reinigen.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar door verkeerde reiniging
Reinig verbindingen, banden, koelerlamellen, hydrauli-
sche slangen en kleppen, afdichtingen en elektrische en
elektronische componenten niet met de hogedrukreiniger.
Neem de respectieve veiligheidsvoorschriften in acht, als
u het voertuig met een hogedrukreiniger reinigt.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
Om het luchtfilter te beschermen, het voertuig alleen was-
sen als de motor is uitgeschakeld.
1. Ter vermijding van brandgevaar: Voertuig op olie- en
brandstoflekkage controleren. Lekkage door de klanten-
service laten verhelpen.
2. Ter vermijding van brandgevaar: Plantresten en olie van
motor, uitlaat en accu verwijderen.
3. Motor indien nodig met een borstel, perslucht of lage
waterdruk reinigen.
4. Vuilvangers / wielkasten van de wielen reinigen.
Nederlands 133