Stryker SDC Ultra Bedienungsanleitung Seite 488

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant: elektromagnetische immuniteit
Het SDC Ultra™-systeem is bedoeld voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De
gebruiker dient ervoor te zorgen dat het SDC Ultra™ systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgezonden RF
IEC 61000-4-3
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische voortplanting
wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en mensen.
(a) De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) radiotelefoons en
landmobiele radio's, amateurradio's, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen, kan theoretisch
niet nauwkeurig worden voorspeld. Voor het vaststellen van de elektromagnetische omgeving als gevolg
van vaste RF-zenders dient een elektromagnetisch locatieonderzoek te worden overwogen. Wanneer op
de gebruikslocatie van het SDC Ultra™ systeem de gemeten veldsterkte het bovenvermelde van toepassing
zijnde radiofrequente compliantieniveau overschrijdt, moet het SDC Ultra™ systeem worden doorgemeten
om te controleren of het normaal werkt. Als abnormale werking wordt waargenomen, zijn er wellicht extra
maatregelen nodig, zoals het anders richten of verplaatsen van de SDC Ultra™.
(b) Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder zijn dan 3 V/m.
482
IEC 60601-testni-
veau
3 V rms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
Nalevingsni- Richtlijnen voor elektromagnetische
veau
communicatieapparatuur mag niet dichter bij
enig onderdeel van het SDC Ultra™ systeem,
inclusief de bijbehorende kabels, worden
gebruikt dan de aanbevolen tussenafstand
die afgeleid is van de vergelijking die van
toepassing is op de frequentie van de zender.
3 V
3 V/m
d = 1,17√P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,33√P 800 MHz tot 2,5 GHz
waarbij P het maximale nominale
uitgangsvermogen van de zender in watt (W)
is volgens de fabrikant van de zender en d de
aanbevolen tussenafstand in meter (m) is.
De door vaste RF-zenders uitgestraalde
veldsterkte, zoals vastgesteld door
elektromagnetische meting van de locatie (a),
moet lager zijn dan het nalevingsniveau in elk
frequentiebereik (b).
Interferentie kan optreden in de omgeving
van apparatuur die van onderstaand symbool
is voorzien:
omgeving
Draagbare en mobiele RF-
Aanbevolen tussenafstand
d = 1,17√P