Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Lassen Van Koolstofstaal; Lassen Van Roestvaststaal; Lassen Van Aluminium; Puntlassen - CEMONT TF 300 Betriebs-Wartungs Und Sicherheitsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 25
6.1
LASSEN
1.
Open de gastank en stel de gastoevoer in naar behoefte.
Maak de massaklem vast op het te lassen deel, op een plaats
zonder verf, kunststof of roest.
VOOR OPTIMAAL LASSEN HOUDT U DE LASBRANDER
IN DEZELFDE RICHTING, ALS DE DRAADTOEOVER IS,
ZOALS DE AFBEELDING DIT LAAT ZIEN.
2.
Kies met de schakelaars (Verwijzing 11 - Figuur 1 Pag. 3.) de
lasstroom. Vergeet niet, dat hoe groter de lasdikte, des te
hoger het vermogen moet zijn. De eerste instelling van de
schakelaar is geschikt voor het lassen van de kleinste diktes.
Neem ook in ogenschouw, dat iedere instelling overeenkomt
met een zekere draadtoevoersnelheid, die kan worden geko-
zen met het instelwieltje (Verwijzing 4 - Figuur 1 Pag. 3.).
6.2

LASSEN VAN KOOLSTOFSTAAL

Bij MIG lassen als volgt te werk gaan
1.
Gebruik tweecomponenten veiligheidsgas (gewoonlijk een
mengsel van Ar en CO2 met 75 tot 80 % argon en 20 tot 25
% CO2) of een driecomponentenmengsel Ar/CO2/O2. Deze
gassen zorgen voor laswarmte en een gelijkmatige en on-
onderbroken lasrups, hoewel de penetratie laag is. Door ge-
bruik van kooldioxide (MAG) als veiligheidsgas wordt een
smalle lasrups verkregen met een goede penetratie, maar de
ionisatie van het gas kan de stabiliteit van de boog verstoren.
2.
Gebruik toevoegingsdraad van gelijke kwaliteit als het te las-
sen staal. Gebruik altijd een goede kwaliteit draad ; lassen
met geroeste draad kan fouten in de las veroorzaken. In het
algemeen is het te gebruiken stroombereik voor draden zo:
- draad Ø in mm x 100 = laagste stroom
- draad Ø in mm x 200 = hoogste stroom
Voorbeeld: draad Ø is 1,2 mm = laagste stroom 120 A, hoog-
ste stroom 240 A.
Het genoemde bereik wordt gebruikt voor het tweecompo-
nentenmengsel gassen Ar/CO2 en met een verkorte
metaaloverdracht (SHORT)
3.
Las geen geroeste, geoliede of vette delen.
4.
Gebruik een lasbrander die geschikt is voor de gegeven pa-
rameters van de lasstroom.
5.
Controleer regelmatig of de bekken van de grondklemmen
niet beschadigd zijn, en of de laskabels (voor de lasbrander
ook de grondkabel) niet gebroken of doorgebrand zijn, iets
wat de effectiviteit kan verlagen.
6.3

LASSEN VAN ROESTVASTSTAAL

Lassen van roestvaststaal van de serie 300 (austeniet) met MIG
technologie moet uitgevoerd worden met veiligheidsgas met een
groot aandeel argon en een klein aandeel O2 voor de stabilisering
van de boog. Het meestgebruikte mengsel is Ar/O2 98/2.
- Gebruik nooit CO2 of een mengsel van Ar/CO2.
- Raak nooit de lasdraad aan.
Het te gebruiken toegevoegde materiaal moet van een hogere
kwaliteit zijn dan het basismateriaal en de lasplek moet helemaal
schoon zijn.

FOUTEN BIJ MIG LASSEN

6.4
Bij het lassen van aluminium met de MIG technologie gebruikt U
het volgende :
1.
100 % argon als beschermingsgas.
2.
Toegevoegd materiaal met een samenstelling die geschikt is
voor het vastlassen aan het basismateriaal. Voor het lassen
van ALUMAN en ANTICORODAL gebruikt u lasdraad met
een 3 tot 5% silicium gehalte. Voor het lassen van PERALU-
MAN en ERGAL gebruikt u draad met een 5% magnesium
gehalte.
3.
Gebruik een brander die bestemd is voor het lassen van alu-
minium.
6.5
Deze manier van lassen wordt gebruikt voor het lassen van twee
op elkaar liggende platen en vereist het gebruik van een speciaal
gasmondstuk.
Bevestig het gasmondstuk voor puntlassen en duw het tegenover
de plaats waar gelast moet worden. Druk op de knop van de las-
brander, en houd in gedachten, dat het lasapparaat zich eventu-
eel kan verwijderen van het lasstuk. Dan is de tijdsduur bepaald
door de tijdschakelaar (TIMER, verwijzing 5 - Figuur 1 Pag. 3.) en
deze moet ingesteld worden afhankelijk van de dikte van het ma-
teriaal.
7.0
7.1
De oorzaken en het voorkomen van deze fouten zijn ook heel erg
verschillend. Lassen uitgevoerd met de MIG technologie kunnen
beinvloed zijn door verschillende fouten. Het is belangrijk die te
herkennen.
In de nu volgende tabel worden verschillende soorten fouten ge-
toond. Deze fouten wijken qua vorm en oorsprong niet af van die,
welke ontstaan bij handmatig booglassen met beklede elektro-
den. Het verschil tussen deze twee technologieen ligt eerder in
het aantal fouten: bijvoorbeeld poreusheid komt vaker voor bij
MIG lassen, terwijl insluitingen van lasslak alleen voorkomen bij
het lassen met een beklede elektrode.
Lassen uitgevoerd met de MIG technologie kunnen beinvloed zijn
door verschillende fouten. Het is belangrijk die te herkennen.
Deze fouten wijken qua vorm en oorsprong niet af van die, welke
ontstaan bij handmatig booglassen met beklede elektroden. Het
verschil tussen deze twee technologieen ligt eerder in het aantal
fouten: bijvoorbeeld poreusheid komt vaker voor bij MIG lassen,
terwijl insluitingen van lasslak alleen voorkomen bij het lassen
met een beklede elektrode.
Oorzaken en voorkomen van deze fouten zijn ook heel erg ver-
schillend. In de nu volgende tabel zijn verschillende fouten ver-
meld.
4 NL

LASSEN VAN ALUMINIUM

PUNTLASSEN

FOUTEN BIJ MIG LASSEN

CLASSIFICATIE EN BESCHRIJVING VAN FOUTEN

NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Tf 400Tf 400h

Inhaltsverzeichnis