Inhaltsverzeichnis
Werbung
nl
d Attentie!
Het apparaat mag uitsluitend met
gemonteerde kantelbeveiliging worden
gebruikt.
•
Apparaat van de muur schuiven.
•
Kantelbeveiligingshaak in het midden
van het apparaat met behulp van
pluggen vastschroeven op de vloer of
op de muur.
•
Apparaat weer tegen de muur schuiven.
•
Sokkelafdichting monteren.
Deuraanslag vervangen
Afb. e
Alleen wanneer de omstandigheden op de
opstelplaats dit nodig maken.
•
Montage in de volgorde van de getallen.
Apparaat aansluiten
d Attentie!
Het apparaat uitsluitend aansluiten op een
volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met 220-240 V/50 Hz
wisselstroom.
Het stopcontact moet zijn beveiligd met
een zekering van 10 A of meer.
Het stopcontact waarop het apparaat
wordt aangesloten moet vrij toegankelijk
zijn.
d Attentie!
Bij apparaten die in landen buiten Europa
worden gebruikt, moet worden gecontro
leerd of de vermelde spanning en stroom
soort overeenkomen met de waarden van
het stroomnet.
Het typeplaatje bevindt zich rechtsboven
in het apparaat. De aansluitkabel mag
uitsluitend worden vervangen door een
vakman.
46
Voordat het apparaat voor het eerst in ge
bruik wordt genomen, moet de binnenkant
worden gereinigd (zie Apparaat reinigen").
i N.B.
Na het aansluiten gaat het groene
stroomcontrolelampje branden (afb. 2/4).
Bij geopende deur brandt de
binnenverlichting (afb. 2/2).
Na het opstellen van het apparaat dient
men minstens ½ uur te wachten alvorens
het in gebruik te nemen. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht
komt.
Inschakelen van het
apparaat
•
Temperatuurregelaar (afb. 2/1) met
behulp van een munt met de klok mee
van de 0 stand draaien.
Het apparaat begint te koelen.
Temperatuur instellen
Instellingen op de temperatuurregelaar
(afb. 2/1):
- stand 0": apparaat is uitgeschakeld
(temperatuurregelaar is vastgeklikt)
- stand 1": laagste koelvermogen
- stand 5": hoogste koelvermogen
Bij de eerste ingebruikneming de tempera
tuurregelaar tussen 2" en 3" zetten. Dit
zorgt voor een koelruimtetemperatuur
tussen +8 en +12 °C (afhankelijk van de
kamertemperatuur en de vulhoeveelheid).
Als men een hogere of lagere temperatuur
wenst:
•
Met tussenpozen van 24 uur de
temperatuurregelaar stapsgewijs op
een andere temperatuur instellen.
d Attentie!
De opslagtemperatuur dient in geen geval
lager te worden dan +6 °C.
Werbung
Inhaltsverzeichnis
