6
BEDIENING
6.9
SLEPEN/TRANSPORTEREN_________________________________________________
Als de maaier problemen ondervindt, moet worden
uitgezet en van het terrein verwijderd moet worden, moet
deze voor het transport op een oplegger geladen
worden. Als er geen oplegger beschikbaar is, kan de unit
over korte afstanden gesleept worden.
OPMERKING
Rijd niet sneller dan 2 m/u (3,2 km/u) tijdens het
slepen. Slepen over lange afstanden wordt afgeraden.
Wees voorzichtig bij het laden en lossen van de maaier.
Bevestig de maaier aan de oplegger om te voorkomen
dat de maaier tijdens het transport gaat rollen of
verschuiven.
Breng de maaieenheden omhoog vóór het slepen. Als de
maaieenheden niet omhoog gebracht kunnen worden,
moeten ze van de maaier verwijderd worden.
Draai de contactschakelaar naar de UIT-stand en trek de
sleutel eruit.
Zorg ervoor dat de machine niet kan rollen en laat
parkeerrem los.
Schakel de parkeerrem in na slepen.
nl-28