a) Signalering geen of onderbreking van de ver-
binding tussen de baby en ouderunit: ongeveer 10
seconden nadat het controlelampje voeding en
verbinding (5) groen gaat knipperen zult u achter-
eenvolgens 2 geluidssignalen per seconde horen.
Zodra de verbinding met de baby unit hersteld is,
zal het geluidssignaal gedeactiveerd worden en
gaat het controlelampje voeding en verbinding (5)
groen branden.
b) Functie signalering oplaadbare lithium-ionen
batterij bijna leeg: u hoort 1 geluidssignaal per
seconde en het controlelampje status oplaadbare
batterij (6) gaat rood knipperen. Zodra de oplaad-
bare lithiumionen batterij opgeladen wordt, zal
het geluidssignaal gedeactiveerd worden en gaat
het controlelampje status oplaadbare batterij (6)
rood branden tot de batterij helemaal opgeladen is.
8. AAN/UIT schakelaar voor de functie stemactive-
ring of continue transmissie
9. Sluitingsklep oplaadbare lithium-ionen bat-
terijenvakje.
10. Riembevestigingsclip
11. Sleuven voor hangbeugel (niet bijgesloten)
12. Voedingsconnector en/of oplaadbare lithium-
ionen batterij
13. Lithium-ionen batterij 3.7V 800mAh die opge-
laden kan worden met een switching adapter 100-
240V ~ 50/60Hz /6V
2. Beschrijving eigenschappen
2.1 Baby unit
2.1.1 Voeding:
In het geval van een voeding met adapter (1):
- steek het stekkertje van de adapter (1) in de voe-
dingsconnector (9) aan de achterkant van de unit,
- steek het stekkertje van de adapter in een een-
voudig bereikbaar stopcontact.
Waarschuwingen
- Controleer regelmatig de adapters (1). Gebruik
de adapters niet als de voedingskabel of de plastic
onderdelen schade vertonen en wend u tot een ge-
specialiseerde technicus.
- Haal de stekker van de adapters (1) uit het stop-
contact als u de apparaten niet gebruikt en/of als
ze niet op de adapters (1) aangesloten zijn.
2.1.2 Gebruikswijze - Inschakelen en Afstellen
De baby unit moet op een afstand van ongeveer
1 - 1,5 meter van uw kind op een vlakke en stevige
ondergrond geplaatst worden. Zorg ervoor dat u de
microfoon (7) naar uw kind draait.
Let op: de zender, de adapter en de voedingska-
bel moeten buiten bereik van uw kind gehouden
500mA
59
worden.
- Toets aan/uit baby unit(2). De baby unit gaat aan
als u deze toets ongeveer 3 seconden lang inge-
drukt houdt. Druk niet al te lang op de toets om
te voorkomen dat de baby unit niet ingeschakeld
kan worden. De baby unit gaat aan als u de toets
(2) nogmaals ongeveer 3 seconden lang ingedrukt
houdt.
- Toets aan/uit nachtlampje (4)
Druk deze toets ongeveer 3 seconden lang in en het
nachtlampje (3) gaat met de laagste intensi- teit
branden. Druk niet al te lang op de toets om te
voorkomen dat het nachtlampje (3) niet ingescha-
keld kan worden.
De modaliteit 'Nachtlampje met variabele in- ten-
siteit' wordt geactiveerd als u tijdens deze functi-
oneringswijze eenmaal op de toets aan/uit nacht-
lampje(4) drukt.
De intensiteit van het licht zal automatisch van
hoog naar laag variëren. Als twaalf minuten ver-
streken zijn zal het lampje met de laagste intensi-
teit gaan branden.
Tijdens de functie 'Nachtlampje met variabele in-
tensiteit' zal de intensiteit van het lampje op het
laagste niveau ingesteld worden als u de toets aan/
uit nachtlampje (4) indrukt.
Als u tijdens deze functioneringswijze nogmaals
op de toets aan/uit nachtlampje(4) drukt, zal de
cyclus variatie van de lichtintensiteit opnieuw op
het hoogste niveau opgestart worden. Druk nog-
maals ongeveer 3 seconden lang op de toets aan/
uit nachtlampje (4) en het nachtlampje gaat uit,
ongeacht de functionering met lage intensiteit
of de functionering 'Nachtlampje met variabele
intensiteit'.
Als de baby unit met alkaline batterijen gevoed
wordt, zal het nachtlampje ter besparing van
energie na 5 minuten uitgeschakeld worden als
het lampje vast met een lage intensiteit brandt of
na de cyclus 'variatie lichtintensiteit' in de functie
'Nachtlampje met variabele intensiteit'.
Het nachtlampje blijft in de beide gevallen func-
tioneren tot u nogmaals 3 seconden lang op de
toets (4) drukt als de baby unit met de adapter (1)
gevoed wordt.
Het nachtlampje kan ook geactiveerd worden als
de baby unit uitgeschakeld is.
2.2 Ouderunit
2.2.1 Voeding
In het geval van een voeding met adapter (1) of
tijdens het opladen van de oplaadbare lithium-
ionen batterij: